De VOORZITTER verklaart, dat de gedeputeerde staten de
voorrangswegen aanwijzen. Bij kruisingen en samenvloeiingen van
wegen geniet de gebruiker van een voorrangsweg voorrang. Het
doel der aanwijzing is verhoging van de verkeersveiligheid.
In de nabijheid van scholen zijn borden geplaatst ter waar
schuwing van de weggebruikers.
Volgens het lid GEERTS zijn bedoelde waarschuwingsborden
niet overal voorhanden.
Dit lid informeert tevens naar de maximaal toegestane
snelheid.
De VOORZITTER zegt een onderzoek toe naar de aanwezigheid
van de borden ter aanduiding van scholen en deelt verder mee,
dat de maximum-snelheid binnen de bebouwde kom voor alle motor
rijtuigen 40 km. per uur bedraagt.
Het lid PLEVIER bepleit de indiening van een verzoek bij
de gedeputeerde staten tot intrekking der aanwijzing van de
Markt als voorrangsweg. In Rotterdam doet zich een soortgelijke
situatie voor ten aanzien van de weg naar de tunnel.
De VOORZITTER attendeert er op, dat de toelaatbare maximum
snelheid geen verband houdt met een voorrangsweg.
Het lid PLEVIER antwoordt, dat men zich dikwijls niet be
kommert om die maximum-snelheid van 40 km. per uur. Het gebeurt
heel wat keren, dat door Oudenbosch wordt gereden met snelheden
ver boven de limiet van 40 km* Een voorrangsweg leidt aldus deze
spreker tot roekeloosheid.
Het lid GEERTS vraagt zich af of de maximum-snelheid ofwel
de voorrangsweg praevaleert.
De VOORZITTER antwoordt, dat beide zaken los van elkaar
moeten worden gezien.
Het lid VAR DER SMISSEN is van oordeel, dat door de
plaatsing van een verkeerslicht op het kruispunt Molenstraat/^
Zandeweg de verkeersveiligheid ter hoogte van Hoppenbrouwers is
verminderd. Deze spreker dringt aan op bevestiging van een auto
matisch verkeerslicht aldaar.
De VOORZITTER vraagt naar de reden van de vermindering
der verkeersveiligheid bij de winkel van Hoppenbrouwers.
Naar de mening van het lid van der SMISSEN vindt dit zijn
oorzaak in het harder rijden teneinde een oponthoud bij de
verkeersautornaat te kunnen ontlopen.
Het lid PLEVIER blijft aandringen op de indiening van een
verzoek om de Markt als voorrangsweg te laten vervallen.
Het lid GEERTS daarentegen geeft de voorkeur aaneen
scherpe contröle op de naleving van de maximum-snelheid. De
Markt kan dan als voorrangsweg worden gehandhaafd.
Het lid BURGERS vreest bij opheffing van de voorrangsweg,
dat er verstoppingen zullen ontstaan, wijl het verkeer uit de
zijstraten dan dezelfde rechten bezit als dat op de Markt. ?>-_
Het lid PLEVIER wijst nog op de wenselijkheid om veel
aandacht te besteden aan het geleiden van schoolkinderen. In
tegenstelling met de Mariaschool gebeurt zulks niet op de St.
Josephschool.