VERGADERING- VAN DE GEMEENTERAAD
op Dinsdag, 6 September 1949»
des voormiddags 9 uur.
Aanwezig: de leden M.A. van den Bosch, L.A.M. Bosma, B. Burgers,
E.G. Geerts, J.A.J.P. Eeij, G.A. van Oosterhout, J.J. Plevier,
H.M. RubbensA.C. van der Smissen, J.A.P.M. van Spaandonk,
B.J. Veeke, M.J. Verheijen en N. Vissenberg.
Voorzitter: J.L.P.M. Teijssen.
Secretaris: J.E. van Hoek.
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
2. Beëdiging der nieuw-benoemde raadsleden
De VOORZITTER heet de leden hartelijk welkom nu de raad
voor de eerste maal in zijn nieuwe samenstelling bijeen is.
In de laatste vergadering heeft spreker gememoreerd welke be
sluiten door de oude raad genomen zijn in de driejarige zittings
periode. Gedurende dit tijdvak heerste steeds een prettige sfeer.
Door den goede samenwerking kan alleen het algemeen belang
vruchtbaar worden verzorgd. De voorzitter zegt toe dat van zijn
kant alles gedaan zal worden om deze geest van samenwerking in de
nieuwe zittingsperiode te bestendigen.
Hij wijst er op, dat de leden door de kiezers zijn afge
vaardigd om de belangen der Oudenbossche gemeenschap te behartigen.
Dit legt een dure plicht op de leden om datgene te doen, wat de
ingezetenen bij hun keuze van hen hebben verhoopt. Als wij allen
steeds het algemeen belang als richtsnoer voor ogen houden, dan
zullen zonder twijfel alle leden bij het einde van de vierjarige
zittingsperiode met vreugde kunnen terugzien op hetgeen tot stand
is gebracht.
Hierna leggen alle leden in handen van de voorzitter de
voorgeschreven eden af.
3. Verkiezing wethouders.
Op voorstel van de voorzitter fungeren de heren Burgers en
van Spaandonk als stemopnemers
De voorzitter stelt allereerst aan de orde de voorziening
in de vacature van wethouder Eeij.
Uitgebracht worden 13 stemmen, waarvan 12 op de heer
J.A.J.P. Eeij en 1 op de heer J.A.P.M. van Spaandonk. Desgevraagd
verklaart het lid Eeij zijn benoeming te aanvaarden.
Bij de stemming ter voorziening in de vacature van wethouder
van Oosterhout worden uitgebracht 13 stemmen,^waarvan 12 op de
heer C-A. van Oosterhout en 1 op de heer N. Vissenberg. De heer
van Oosterhout aanvaardt zijn benoeming.
De VOORZITTER wenst de leden Eeij en van Oosterhoutgeluk
met hun benoeming. Hij hoopt, datoP> dezelfde prettige wijze zal
kunnen worden gewerkt, zoals dat in het verleden steeds
geschied