Hot lid BURGERS zegt, dat bij afname van tenminste 5 ton de cokesprijs bedraagt 18,- per ton, terwijl de kleinhandelsprijs l,75_per hl. groot is. Het gevolg hiervan is, dat het cokes- verbruik door de kleine verbruikers gering is. De VOORZITTER deelt mee, dat burgemeester en wethouders het voorstel tot verhoging van de cokesprijzen intrekken. In overleg met de commissie van bijstand zal dit punt nogmaals worden bekeken Het lid KONINGS gaat niet accoord met de verhoging van de gasprijzen. Zou het voorstel worden aangenomen, dan moeten de minst draagkrachtigen 17 ct. per M3 gaan betalen, hetgeen voor de meesten uiterst bezwaarlijk is. De VOORZITTER antwoordt, dat de enige oorzaak van de voor gestelde tariefsverhoging is, de gestegen kolenprijs. Wethouder van OOSTERHOÏÏT merkt op, dat de muntgasverbruikers noch meterhuur, nohh installatiekosten behoeven te betalen. De heer KESSEL onderstreept dit, en wijst er nog op, dat blijkens een destijds door de commissie van bijstand ingesteld onderzoek is komen vast te staan, dat de muntgasverbruikers nog iets minder betalen dan de gewone verbruikers. Het lid BURGERS is ook tegen de voorgestelde gasprijsver- hoging. Hij stelt voor het tarief voor het muntgas te handhaven. De minst draagkrachtigen zijn muntgasverbruikers en deze zijn niet in staat om nog meer voor het muntgas te betalen dan thans. Hij wijst erop, dat het nadelig saldo van de gasfabriek een gevolg is van het feit, dat de meeste mensen moeten gaan bezuinigen. Bij een verhoging der tarieven zal het verbruik nog meer dalen en mitsdien zal het tekort nagenoeg hetzelfde blijven. De VOORZITTER vraagt op welke wijze dan het verlies enigs zins moet worden opgevangen. Bij de toekenning van de tijdelijke loonbijslag ad 1,- per week zijn de verhoogde prijzen voor gas en kolen hierin verdisconteerd. Het lid KESSEL vindt, dat men terzake reëel moet blijven. Indien alle tarieven worden verhoogd, behalve het muntgas, zal uiteindelijk de last komen te drukken óp de middenstand. De VOORZITTER betoogt uitdrukkelijk, dat het voorstel een gevolg is van de door de overheid getroffen maatregelen ten opzichte van de kolenprijzen. De regering heeft doon de toe kenning van een tijdelijke loonbijslag de minst draagkrachtigen in de gelegenheid gesteld de verhoging van de kosten van het levensonderhoud op te vangen. Op dit punt moet nu ook de lijn worden doorgetrokken. De verhoging der gastarieven met 2 ct. per M3 kan dan niet uitblijven. Het lid G. JANSSENS vraagt of bij afneming van mijngas hier voor dezelfde prijzen als nu moeten worden betaald. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. In het met de staats mijnen gesloten contract is een kolenclausule opgenomen. Bij stijging der kolenprijzen stijgt automatisch de inkoopsprijs van het gas.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1949 | | pagina 16