Aangaande het door het lid Konings gesprokene, merkt
hij op, dat wegenaanleg 'tevens een onderdeel vormt van het
bouwrijp maken, zodat dit hieraij dient te worden gerekend.
Het lid Konings zegt, dat hij bij zijn standpunt
blijft en de mening van de voorzitter niet deelt. Hij
meent, dat dit voor de arbeidende klasse der bevolking
niet te dragen is.
Voorzitter zegt dienaangaande, dat hut lid Konings
een verkeerde mening is toegedaan. Zouden de kusten be
treffende aanleg van wegen niut bij het bouwrijpmaken
worden begrepen, dan zou de gemeente voor een aanzienlijke
financiële last komen te staan.
Het lid Geerling onderschrijft volkomen het standpunt
Van de vourzitter en wijst in dit verband op de vroegere
grondspeculatie
Het lid G. Janssens vindt de grondprijs veel te hoog.
Een particulier kan zoduonde zijns inziens nimmer bouwen.
Hij verzoekt de grond lager te houden, opdat het particu
lier initiatief zich kan ontplooien.
Het lid Keij vraagt een verkavelingsplan te deen
opmaken.
De voorzitter zegt nogmaald, dat het de bedoeling van
burgemeester en wethouders is de mening van de raad terzake
te vernemen. Hij zegt, dut bij eventuele verkcap toch
altijd door de raad zelf zal moeten worden besloten. Dit
is een beginsel-besluit en bindt tot niets. Aan het ver
kavelingsplan zal natuurlijk de nodige aandacht werden
geschonken.
Het voorstel wordt hierna zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
7. Vocrstel tot 29e wijziging der gemeentebegroting 1947-
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van
burgemeester en wethouders aangenomen.
8. Mededelingen.
De voorzitter deelt mode, dat in verband met de vaca
ture van wijlen het lid Vermelen in aanmerking komt de
heer Burgers van lijst 4. Betrokkene zal eerstdaags zijn
benoemingsbesluit thuisgestuurd krijgen. In verband
met de benoeming van een nieuwe wethouder in de eerstvolgend
raadsvergadering zegt spreker toe de leden minstens 10 dagen
tevoren voor deze vergadering te zullen oproepen, teneinde
hen gelegenheid te geven zich hier ver te beraden.
9. Rondvraag.
Het lid Geerling informeert naar het resultaat van
de commissie belast met het onderzoek naar de funderingen
van de nieuwbouw. Hij herinnert in deze aan de indertijd
doCr de raad in het leven geroepen commissie Keij, die ter
zake rapport heeft uitgebracht. Hij merkt op, dat hem uit
inlichtingen is gebleken, dat in verschillende woningen de
kelders niet waterdicht zijn, alsmede dat diverse vlieren
niet sclide zijn. Hij heeft de indruk, dat niet overeen
komstig de bestaande bouwvoorschriften wordt gewerkt.
Spreker vat zijn betoog samen in de vclgende punten:
1. Hij verziekt du voorzitter aangaande de nieuwbouw
nadere inlichtingen te verstrekken;
2. het onderzoek betreffende de funderingen met spoed te
willen afwerken;
3. meer deskundig toezicht te doen uitoefenen, waardoor
bereikt wordt, dat de uitgegeven gelden voor de volle
100 aan het d. el waarvoor ze verstrekt w.,rden, ten
goede komen.