Oudenbosch is toch. een middelpunt van onderwijs, dus mag
hiervoor wel iets worden gedaan. In het Zuiden zijn deze
bedragen altijd aan de lage kant geweest, aldus spreker.
Hij vraagt of tegenover deze uitgaven dan geen inkomsten
meer staan.
Naar aanleiding van het gesprokene door het lid Keij
merkt de voorzitter op, dat burgemeester en wethouders
terzake de inspecteur van het lager onderwijs en de be
trokken schoolbetxuren hebben gehoord, we hebben, aldus
spreker, rekening te houden met de financiële draagkracht
der gemeente. Hij wijst er op dat deze normen toch reeds
hoger liggen dan in de gemeente Roosendaal. Tegenover deze
uitgaven staan zeer zeker inkomsten in de vorm van te heffen
schoolgelden en vergoedingen van buitengemeenten.
Het lid Kessel is de mening toegedaan, dat hoe hoger
de vergoedingen worden vastgesteld, hoe zwaarder de lasten
op de bevolking drukken en vraagt waarom wij boven Roosendaal
uit moeten gaan.
Hierop antwoordt de voorzitter, dat geen lasten op de
bevolking worden gelegd. Hij zegt dat de momenteel vast
gestelde vergoedingen geen plafond zijn, doch dat men
eventueel deze elk jaar naar gelang de omstandigheden
kan herzien.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel
van burgemeester en wethouders aangenomen.
Voor steltot vaststelling van minimum- en maximum
verkoopprijzen voor de gronden, gelegen in het uitbreidinss-
plan "Oudland"
Voorzitter licht tezelfdertijd het prae-advic-s nader
toe
Het lid Kessel verzoekt niet alle straten ineens af
te werken, doch te wachten tot een voordelige tijd aan
breekt
Het lid Rubbens vraago of de gronden, gelegen in het
waterschap "De Oude en Nieuwe Landen" tevens belast
zullen worden met heffing van straatbelasting
Het lid Geerling vraagt hoe het staat met de gronden
waarop momenteel gebouwd wordt.
Het lid Keij verzoekt de gronden te verkopen voor
f. 5,- en meer.Tevens vraagt hij tot welke diepte deze
gronden zullen worden verkocht. Zijns inziens zou dit
30 meter moeten zijn.
Het lid Konings vindt het onbillijk, dat tevens voor
de straten aanleg moet worden betaald. Hij meent, dat dit
een algemeen en geen particulier belang is. Deze aanleg-
kosten dienen volgens hem op de gehele gemeenschap te
woruen afgewenteld in de vorm van straatbelasting
De voorzitter beantwoordt in eerste instantie het lid
Kessel. Spreker zegt, dat de opzet is, wat het plan in
totaal zal kosten. Men moet komen tot een totale kosten
berekening van straten aanleg. Vanzelfsprekend zullen niet
alle straten ineens worden aangelegd, doch dit zal gelei
delijk geschieden.
Aangaande de vraag van het lid Keij merkt spreker
op, dat bij het gemeentebestuur reeds een tweetal aanvragen
voor grondaankoop ter plaatse zijn binnengekomenwaarbij
aan de door het lid Keij gesuggereerde diepte van 30 meter
.is gedacht
ren aanzien van het door het lid Geerling gevraagde
hoe het staat met de gronden, waarop momenteel de nieuwe
woningen in aanbouw zijn, zegt spreker, dat deze bij het
rijk in rekening zijn gebracht voor f. 4,50.
Betreffende de door het lid Rubbens gestelde vraag
aangaande de straatbelasting deelt voorzitter mede, dat dit
nader zal worden bezien.