7
PLECHTIGE OPENBARE RAaDSVERGaDERING
op Maandag, 20 September 1948,
des namiddags 14.30 uur.
Aanwezig; de leden J.a.J.P. Keij, C.a. van Oosterhout, H.M.
Rubbens, NVissenberg, C.P.A. Kessel, M.a. van den Bosch,
F.Ch. Geerling, L.P.M. Janssens, G.P.H. Janssens, G.A. Dekkers
en B. Burgers.
Afwezig: de leden C.A. Konings en a.B. Korsmit.
Voorzitter; J.L.P.M. Teijssen.
Secretaris: J.F. van Hoek.
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
2. Plechtige afkondiging der wijzigingen in de grondwet.
Alvorens over te gaan tot de plechtige afkondiging der
grondwetsherzieningen, schetst de VOORZITTER de betekenis van
de Grondwet. Onze huidige Grondwet, aldus spreker, dateert van
1814. De grote voorbereiding onzer constitutie is geweest
Gijsbert Karei van Hoogendurp. Uit haar inhoud blijkt, dat zij
de voornaamste wet is. Immers hierin is in grote lijnen getra-
ceerdde opbouw van het stautsqfcpurauta1 onze staatsinstellingen
zijn in de Grondwet met nam*, genoemd. De voornaamste rechten
en plichten van iedere burger zijn in de Grondwet omschreven. Ook
voor de gemeente bezit zij bijzondere waarde, omdat in grote
lijnen het gemeentewezen hierin is geprojecteerd.
Ofschoon de Grondwet in de loop der jaren diverse malen
is gewijzigd, kan toch worden geconstateerddat in ruwe trekken
het staatsgebouw, zoals dat in 1814 is opgetrokken, vrijwel
onveranderd is gehandhaafd.
Ook uit de wijze, waarop onze voornaamste wet wordt ver
anderd, blijkt overduidelijk haar bijzonder waardevol karakter.
Het aanbrengen van veranderingen in gemelde wet geschiedt nlals
volgt. Na aanvaarding van de ontwerpen van wet tot herziening der
grondwet door de beide kamers der staten-generaal in eerste
lezing, worden de evengenoemde kamers ontbonden, waarna algemene
verkiezingen voor een nieuwe volksvertegenwoordiging worden uit
geschreven. In tweede lezing kunnen de nieuwe kamers de voorge
stelde herzieningen slechts in haar geheel aannemen of verwerpen.
De aanneming moet geschieden met een 2/3 meerderheid, terwijl
daarna de veranderingen plechtig moeten worden afgekondigd. r
Voer de andere wetten is aanneming met een meerderheid van
stemmen voldoende en geschiedt de afkondiging door publicatie
in het staatsblad.
Krachtens het koninklijk besluit nr. I 414 moeten de
wetten, inhoudende de grondwetsherzieningen in iedere gemeente
°P 20 September 1948 des namiddags half 3 uur vóór of in het
huis der gemeente werden voorgelezen. Teneinde de voorlezing
met meer luister te omgeven heeft de minister van binnenlandse
zaken verzocht de voorlezing te doen geschieden in een plechtige
openbare zitting van uwe raad.
b
V