Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot
votering van f. 36.143,75 voor de verdere bouwrijpmaking
der gronden in het uitbreidingsplan Oud-land en tot vast
stelling van de hieruit voortvloeiende 5e wijziging van de
gemeente-begroting 1948.
14. Voorstel tot vaststelling van de verordening op de heffing
van opcenten op de personele belasting voor het be las t ing .iaar
1948-1945:6
Het voorstel van burgemeester en wethouders tot heffing van
150 opcenten op de hoofdsom der personele belasting voor het
belastingjaar 1948-1949 wordt zonder hoofdelijke stemming
aanvaard
15. Voorstel tot benoeming van twee gedelegeerden dezer gemeente
in het' bestuur van de R.K. Nijverheidsschool "St".Jozef" alE'ier
Met algemene stemmen wordt besloten tot aanwijzing van de
voorzitter van het college van burgemeester en wethouders en
wethouder Keij als gedelegeerdaader gemeente in het bestuur
van de R.K. Nijverheidsschool "St.Jozef" alhier.
16. Voorstel tot wijziging van het algemeen besluit tot het
aangaan van kasgeldleningen voor 1948.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming be
sloten. Het lid Rubbens verzoekt in voorkomende gevallen te
trachten rechtstreeks contact op te nemen met de geldschieters,
waardoor er eventueel bespaard kan worden op de provisie.
De voorzitter antwoordt de mogelijkheid hiervan te onderzoeken.
17. Behandeling bezwaarschriften tegen de aanslagen in de honden
belasting over 1947:
Alvorens met de afzonderlijke behandeling der ingekomen be
zwaarschriften te beginnen, verkrijgt het lid Geerling allereerst
het woord. Hij herinnert eraan, dat bij de vaststelling van de
nieuwe verordening op de heffing van een hondenbelasting de
vraag ter sprake is gekomen, wat in feite dient te worden ver
staan onder een zgn. luxe hond en wat onder een zgn. waak- of
bedrijfshondVroeger was het criterium in deze het al of niet
vastliggen van de hond. Het element van dierenbescherming speelde
hierbij een rol. Spreker meent, dat burgemeester en wethouders
bij de behandeling van bovenvermelde ontwerp-verordening toen
naar voren hebben gebracht, dat bij de indeling der honden o.m.
rekening zou gehouden worden met omstandigheden als de aard van
het gezin, beroep van het hoofd van het gezin e.d. Hij verzocht
burgemeester en wethouders deze omstandigheden metterdaad in acht
te nemen bij de klassering der honden en de controleur er met
nadruk op te wijzen, dat het vastliggen van een hond niet de
enige klasserings-maatstaf is.
De heer Kessel verklaart zich solidair met het gesprokene
van de heer Geerling.
De voorzitter zet uiteen, dat de verordening in overeen
stemming met de desbetreffende bepalingen in de gemeentewet
uitsluitend twee soorten honden kent en wel de zgn. bedrijfs- of
waakhonden en de zgn. luxe honden.