Spreker kan niet anders dan de aanvaarding van het
voorstel warm aanbevelen. Namens alle inwoners doet hij een
krachtig beroep op de leden het voorstel te accepteren*
omdat hij in de vaste overtuiging leeft, dat bij niet-
aanvaarding tegen de bedoeling der inwoners zal worden ge
handeld.
Acceptatie van het aanbod is in het waarachtig belang
van de gemeente en van al haar ingezetenen.
De voorzitter hoopt vurig, dat de raad hiervan over
tuigd zal zijn.
In derde instantie vraagt het lid G.Janssens hoe de
offerte zou luiden, indien er nog geen electriciteit was.
De heer van der Donck antwoordt, dat in dit geval met alle
plaatselijke omstandigheden rekening wordt gehouden en de
voorwaarden hierop worden afgestemd.
Het lid Kessel ondersteunt het voorstel G-eerling,
inhoudende: te besluiten tot overdracht van het g.e.b, aan
de p.n.e.m., in dier voege, dat het net slechts zal worden
uitgebreid met 3,5 km. en de p.n.e.m. een uitkering aan de
gemeente zal geven, zoals deze in de aanbieding is vermeld,
uiteraard met inachtneming van de wijziging t.o.v. de ge
projecteerde uitbreidingen.
Hierna wordt tot stemming overgegaan.
Het voorstel Geerling wordt verworpen met 7 tegen 4
stemmen. Tegen stemmen de leden Rubbens, KoningsVissenberg
van den Bosch, Dekkers, Burgers en van Oosterhout. Voor
stemmen de leden G. Janssens, L. Janssens, Geerling en
Kessel. Wethouder Keij onthoudt zich van stemming.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
daarna aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de
leden Rubbens, Konings, Vissenberg, van den Bosch, Dekkers,
Burgers en van Oosterhout. Tegen stemmen de leden G.Janssens
L. Janssens, Kessel en Geerling, Wethouder Keij onthoudt
zich wederom van stemming.
De voorzitter hoopt, dat het besluit tot zegen zal
strekken en de tegenstemmers er later de voordelen van
zullen inzien.
De heer van der Donck sluit zich hierbij aan en
spreekt de verwachting uit, dat de genomen beslissing zal
bijdragen tot verhoging van de welvaart en bloei der gemeent
4. Voorstel "ko't beschikbaarstelling van een crediet van
f. 49»£0Ö,- voor cle reconstructie van de straatverlichting
Na voorlezing van het voorstel verkrijgt de heer de
Fraipont het woord. Deze licht de uitgetrokken bedragen
nader toe.
Het lid Kessel vraagt of het niet mogelijk is het plan
wat soberder uit te voeren.
Het lid Konings is dezelfde mening toegedaan. Hij
acht het plan te groots opgezet.
Wethouder van Oosterhout vraagt waarom in de hoofd
straten geen overspanningen komen.
Het lid Geerling vindt, dat lampen met kwiklicht voor
de hoofdstraten niet erg aangenaam zijn. Dat nu slechts 45
lampen van de straatverlichting branden is een gevolg van
de geldende rantsoeneringsvoorschriften van het rijkskolen-
bureau.