7
De opmerking dat bij de waardering der activa geen
rekening is gehouden met de kabels, welke pas zijn gelegd
naar de fabriek Klootwijk en de nieuwe woningen, noemt
spreker kruidenierspolitiek. De directie van de p.n.e.m. is
bij de samenstelling van haar aanbieding er van uitgegaan,
dat de overdracht in het belang is van de inwoners van
Oudenbosch. Toen na de le aanbieding zich bepaalde moeilijk
heden voordeden, heeft zij daarom niet star vastgehouden.
Met name is een royaal standpunt ingenomen t.o.v. de fa
brieken Plevier en Basto nopens de aansluiting aan het hoog
spanningsnet. Eenzelfde royaal standpunt is ingenomen door het
1950 Van winstvervang9nde ^keringen voor 1948, 1949 en
Spreker eindigt met als zijn beslist oordeel uit te
spreken, dat de gemeente in de toekomst geen enkel financiëel
nadeel zal ondervinden van de eventuele overdracht bij de
komende definitieve regeling der financiële verhouding tussen
rijk en gemeenten.
Vervolgens wordt de technische zijde van de offerte
der p.n.e.m. belicht door Ir. de Praipont. Aan de hand van
staten specificeert spreker de bedragen, welke zijn uitge
trokken voor de modernisering en uitbreiding van het net.
De leden Kessel, G. Janssens en Geerling stellen
enige vragen, die spreker beantwoordt.
De heer de Praipont wijst er tot slot op, dat de
gemeente slechts een gedeelte van de uitbreidingskosten aan
de p.n.e.m. behoeft te betalen.
De beschikbaarstelling van vier-aderige kabels is
zowel in het belang van de gemeente ten behoeve van de
straatverlichting als in dat- van de p.n.e.m. voor het doen
van bepaalde metingen.
In tweede instantie verleent de voorzitter het woord
aan het lid Kessel. Deze zegt, dat de buitenwijken van
Standdaarbuiten en Hoeven ook niet alle van stroom zijn voor
zien, ofschoon de p.n.e.m. de netten exploiteert.
Het lid G. Janssens vraagt of straks de tarieven voor
Oudenbosch niet zullen worden verhoogd. De heer van der
Donck antwoordt, dat zulks uitgesloten is. In alle gemeenten
blijven dezelfde p.n.e.m.-tarieven gelden.
Het lid Geerling prijst het beleid van het toenmalige
gemeentebestuur om in 1930 de distributie van electriciteit
in eigen beheer te nemen. Het g.e.b. is nu een handels
object. Overigens wil spreker in dit verband opmerken, dat
vele gemeentebesturen in 1930 niet anders konden handelen,
omdat in die gemeenten te weinig aansluitingen waren.
Spreker wil de gelden, welke eventueel in een reservefonds
worden gestort, niet direct aanwenden voor aansluiting van
onrendabele gebieden. Terzake zou hij een afwachtende houding
willen aannemen.
Spreker betoogt verder, dat de boerenbedrijven hem
veel waard zijn. Maar naar zijn mening hebben de boeren ook
leidingwater nodig. Nog enige maanden geleden is de aan
sluiting van diverse boerderijen aan de waterleiding om een
paar duizend gulden desondanks niet doorpe gaan