is reeds overleg gaande met de Wed-Spoorwegen inzake de Stationsstraat. Het ligt nl. in de be doeling aldaar in het midden van de straat een perk aan te leggen, waartoe het noodig is, dat ook o.m. de tuin, thans bij den stationschef in gebruik, bij de gemeente in beheer en onderhoud komt. Het lid Geerling vestigt de aandacht op den verwaarloosden staat, waarin de openbare be graafplaats zich bevindt. Tevens vraagt hij, of het niet mogelijk is, het kantoor van den rijks ontvanger voor OudenbGSOh te behouden. De voorzitter zegt toe, dat aan de openbare be graafplaats de noodige aandacht zal worden be steed. De bestaande voornemens, om het rijksont vangerskantoor op te heffen, zijn niet aan de aan dacht ontgaan. De argumenten, die hiertegen kon den worden ingebracht, zijn echter schaarsch. Het postkantoor zal de meeste functies van het ontvangerskantoor overnemen, en hij verwacht wel, dat tegen het bestaande voornemen tot opheffing niet veel zal kunnen worden gedaan. Liet betrekking tot de door het lid Geerling ge stelde vraag naar den stand der plannen inzake de oprichting eener badinrichting, zegt de voor zitter, dat deze zaak de volle aandacht van bur gemeester en wethouders hoeft. Het lid Konings wijst op den misstand, dat b.v. café fivoli van glas is voorzien, terwijl ver schillende woningen nog steeds van glas versto ken zijn. Voorts vraagt hij, onwillige huiseige naren te pressen, hun woningen van glas te doen voorzien. Dg voorzitter antwoordt, dat de toewijzing aan Tivoli is geschied uit het contigent, bestemd voor de bedrijven. Leze toewijzing heeft derhalve geen invloed op de toewijzing ten behoeve van particuliere woningen. Hij acht het niet moge lijk, ten opzichte van onwillige huiseigenaren dwangaaatregelea toe te possen. "et lid Vissenberg noemt nog eenige gevallen, waarin het aan nalatigheid-der huiseigenaren te wijten is* dat tot nu toe geen glas werd ingezet. De%oorzitter aegt toe, dat deze gevallen nader zullen worden bezien en het mogelijke zal worden gedaan. Het lid Rubbens wijst nog op den slechten toe stand van den Bornhemweg en vraagt of de gemeente voorloopig hier geen voorziening kan treffen. Voorts wijst hij op het groote belang, verbonden aan een aansluiting op de waterleiding van den Oudlandweg, ook met betrekking tot de brandvei ligheid en de verzorging van het vee. Mét betrekking tot het eerste punt zegt de voor zitter, dat zoodra mogelijk aan den Bornhemweg van gemeentewege een provisorische voorziening zal worden aangebracht. Voor de aansluiting aan de waterleiding van den Oudlandweg hebben burge meester en wethouders zich verstaan met de direc tie der waterleidingsmaatschappij Het lid Janssens zou het op prijs stellen, als op daarvoor geschikte plaatsen nog eenige water plaatsen konden worden aangebracht. De water plaats bij de kerk, eigendom van het kerkbestuur, wordt niet goed onderhouden. De voorzitter zegt toe, dat burgemeester en wet houders een en ander nader zullen bezien.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1946 | | pagina 47