De voorzitter is dankbaar voor het compliment van den heer Konings en wijst erop, dat het bij het gemeentebestuur aer zeker niet aan sociaal gevoel ontbreekt. Inderdaad zijn de bezoldigingen van het overheidspersoneel te laag te achten, doch incidenteel is het aan de gemeente niet mo gelijk, hierin verandering te brengen, daar de bezoldigingsregelingen alle de instemming behoe ven van den minister van. binnenlandsche zaken. Ter toelichting op het bedrag der bezoldiging wijst de voorzitter erop, dat op de in het o^t- werp-besluit genoemde bezoldiging nog de toelagen komen in verband met de overeenkomstige toepas sing van het K.B. no. G 13. De wedde van den te benoemen functionaris is gelijk aan die, toege kend aan den adjunct-commies le klasse ter secre tarie, Meent men, dat i^ bepaalde gevallen bezol digingen te laag zijn, dan zou de bezoldigings regeling van het gemeentepersoneel in algemeenen zin moeten worden herzien, doch dit is thans niet in handen van het gemeentebestuur, doch van de regeering. Het lid Konings vraagt, de te lage salarissen te verhoogen, zoo dit eenigszins mogelijk is. De voorzitter zegt toe, dat burgemeester en wet houders een en arder nader zullen bezien. Het lid Vermolen acht het niet juist, dat de heer Migchielsen naast zijn functie bij de ge meente tevens nog een winkelnering zou uitoefe nen. Het lid Geerling acht het niet zoo erg, dat door een ambtenaar nog een kleinigheid erbij wordt verdiend. ïïa nog eenige onderlinge discussie, waarbij de voorzitter zegt, dat, voorzoover hem bekend de door het lid Vermolen bedoelde winkel niet op naam van den heer Migchielsen staat, wordt tot stemming overgegaan, waaruit blijkt dat met al- gemeene stemmen de heer J.M.Migchielsen met in gang van 1 October 1946 in vasten dienst is be noemd tot administratief ambtenaar bij de licht- bedrijven, overeenkomstig het aan den raad over gelegde ontwerp-besluit 6 Voorstel tot aanstelling van den hulpfitter- electriciën in vasten dienst. tfaar aanleiding van het voorstel om J.M. van Peer, thans hulpfitter-electricien op arbeidsover eenkomst naar burgerlijk recht, met ingang van 1 October 1946 als zoodanig in vasten dienst te benoemen merkt het lid Konings op, dat het voor gestelde loon voor deze persoon zeker te laag is. De voorzitter zegt dat de bezoldiging voor deze betrekking door gedeputeerde state"1 is vergeleken met die voor andere gelijkwaardige be trekkingen Hij onderstreept nogmaals de bereidheid van het college van burgemeester en wethouders, voor het personeel het uiterste te doen. Wa nog eenige discussie wordt tot stemming over gegaan, waaruit blijkt dat met algemeene stemmen conform het voorstel van burgemeester en wethou ders de heer J.M. van Peer ingaande 1 October 1946 is benoemd tot hulpfitter-electhcien in vasten dienst.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1946 | | pagina 38