■en 9t ob
.nem
- 'no toi xsbIer 4
i9fino negolHg <Jbnoi bierf lo&oaeq nee xiev qooi'; v fo^.ilei&iooV
8eici9'ic
nr:i:.--.c;00*13 '-oov nr:o;:i *".o 00as biedrti Ib4;-. 00 nr.
o-xcI.t:. o Lav v LLw-vv lBj.-onoo.vecfno
.ns/.rcinoo
:.r..-v nsv/no;.
7.Vaststelling
rooilijn
Bosschendijk
,/ethouder Mol concludeert, dat het de bedoeling van de
leden Zonings en van Oers zal zijn, om door te werken als
het beginsel-besluit genomen is.
De voorzitter zegt, dat dit zal geschieden.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
het door burgemeester en wethouders bij hun voorstel dd.
26 April 1940 aangeboden ontwerp-besluit vast te stellen.
Voorstel tot het vaststellen der rooilijn voor de
perceelen aan den Bosschendijk en kadastraal bekend ge
meente Oudenbosch Sectie B.N2 1625 en 1626.
Het lid van Eek zegt, dat het de bedoeling van
het bestuur der Veilingsvereeniging is geweest, om een
overkapping te plaatsen, welke zooveel mogelijk aan de
straatzijde zou komen, om daardoor de thans uitstekende
punt van de bestaande overkapping minder ontsierend te
maken. Wanneer het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt aanvaard, zal de rooilijn zoodanig geprojecteer<
worden, dat een minder fraai uiterlijk behouden blijft.
Wethouder Gielen oordeelt, dat het hier gaat om een der
mooiste wijken van Oudenbosch, welke niet om eenige meters
grond mag worden bedorven. De algemeene regel is en moet
zijn, dat rooilijnen worden geprojecteerd, afgescheiden
van particuliere belangen. De bewering van het lid van
Eek, dat het bestuur der Veilingsvereeniging met de voor
genomen plannen een verfraaiing der architectuur zou
nastreven, mist eiken reëelen grond, omdat ten deze
niets behoorlijks meer te scheppen valt, terwijl door een
bebouwing tot vast aan den Bosschendijk zeker niets fraais
bereikt wordt.
Het lid van Eek benadrukt nogmaals, dat het bestuur der
Veilingsvereeniging met de voorgenomen plannen slechts
beoogt een verfraaiing van het uiterlijk der gebouwen.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders ten
deze ook advies hebben gevraagd aan den Inspecteur van
Volksgezondheid en aan den technischen ambtenaar van den
Provincialen Waterstaat.
Vervolgens verduidelijkt de voorzitter de situatie ter
plaatse nog aan de hand van de bij het ontwerp-raadsbe-
sluit gevoegde kaart.
Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders
dd.26 April 1940 in stemming gebracht en aangenomen met
9 tegen 1 stem; tegen stemde het lid van Eek.
8.Wijziging ge- Wijziging der begrootingen van inkomsten en uit-
meente-begroo-
ting 1939/1940 Saven der gemeente, voor de dienstjaren 1939 en 1940.