mogelijkheid van centralisatie der gasvoorziening te be
zien.
Punt 11.
Het lid G-eerst verklaart volkomen accoord te gaan
met den bitteren toon van teleurstelling,die burgemeester
en wethouders in hun nota van antwoord laten hooren over he-f
feit,dat groote instellingen zo weinig sociaal gevoel
blijken te bezitten,dat zij niet medewerken on noodzakelij
ke geneentebedrijven in stand te houden,doch trachten rechte
instellingen zijn èn door burgemeester en wethouders èn
3
den bij hunne wenscheïi en verlangens;het is dan ook onver
klaarbaardat zij in een tijd als deze,zoo vol dreiging
ièke verheid
strijd tegen de Katholieke gezagsdragersonderwijsinrich
tingen en instellingen,de gevaarlijke manupulatie durven
verrcihtenmedewerking te ontzeggen aan de mede-instandhouüii
van gemeentebedrijven,die tot heil der burgerij zijn opge
richt en wier instandhouding welhaast voor de burgers ?n
nominale levensbehoefte is geworden.
Punt 15.
De voorzitter deelt mede,dat hij aan burgemeester en
wethouders zal voorstellen,om aan de comm ssie voor bouw-
wóning- en welstandstoezicht in Midden - en West-Noord-
Brabant opdracht te geven een algeheel onderzoek naar de
woningtoestanden in de gemeente in te£ stellen. De moei
lijkheden, welke verbonden zijn aan onbewoonbaarverklaring
van woningen,,meten echter niet onderschat worden.
Wethouder Mol meentdatals geen woningen onbewoonbaar
kunnen worden verklaard,dan toch enkele woningen voor
groote gezinnen dienen te worden gebouwd.
Wethouder Gielen is van oordeel,dat eerst de zekerheid
vorens met den bouw van arbeiderswoningen en groote gezins
woningen moet worden aangevangen.Anders zal bereikt worden,
dat de bedoelde krotwoningen weder zullen bevolkt worden
door bewoners van elders.
Punt 16.
Het lid van Oers licht nog nader toe,dat hij inder
tijd vernomen heeft,dat - zooals in het rapport der raads
commissie is vermeld - ten aanzien van het onderhoud der
gemeente-eigendommen op Scherpenberg en Pagnevaart zoowel
door het Staatsboschbeheer als door de Nederlandscke Heide
maatschappij een begroeting van kosten zou zijn opgemaakt.
Het lid Konings bevestigt hetzelfde vernoemen te hebben.
Punt 17.