VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN "KOM OSSENDRECHT, 2E FASE11
De raad van de gemeente Ossendrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 september
1996, kenmerk 96.09.A08;
overwegende dat het pntwerp-bestemmingsplan "Kom Ossendrecht, tweede
fase" overeenkomstig het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening vanaf 20 mei 1996 ter inzage is gelegd;
dat de volgende personen c.q. bedrijven gebruik hebben gemaakt van de
mogelijkheid om met betrekking tot het ontwerp-bestemmingsplan hun
zienswijze kenbaar te maken:
1. De heer C.J.D. Leenaarts, Oude Dijk la;
2. de heer C. Blommerde, Aanwas 25;
3. De heer R.C.L. MattheussensAanwas 33;
4. De heer A. van de Korput, Dorpsstraat 56;
5. Mevrouw J. Sebregts, Dorpsstraat 33;
6. De heer F. Clarijs, Aanwas 53;
7. De heer J.P.J. van Mechelen, Aanwas 51;
8. De heer G.J. Roomer, Burg. Voetenstraat 75;
dat deze personen c.q. instanties in de gelegenheid zijn gesteld om op
13 augustus 1996, ten overstaan van de Commissie Ruimtelijke Ordening
en Welzijn, een nadere toelichting te geven; dat middels een verslag
van deze bijeenkomst kennis is genomen van hetgeen aan de orde is
geweest;
dat in reactie op de ingebrachte zienswijzen het volgende naar voren
kan worden gebracht, waarbij wordt aangetekend dat ondanks de korte
samenvatting van de zienswijzen deze toch in volle omvang en bedoelde
context heeft plaatsgevonden;
ad 1:
SAMENVATTING:
betrokkene verzoekt op een tweetal percelen aan de Oude Dijk en de
Kasteelstraat een extra bouwblok in te passen;
AFWEGING:
betrokkene heeft reeds in het kader van de inspraak op het voor-ont-
werp-bestemmingsplan een dergelijk verzoek ingediend; het toen ingeno
men standpunt dat opname van een extra woonbestemming aan de Oude Dijk
en de Kasteelstraat planologisch ongewenst is, wordt gehandhaafd;