Portefeuillehouder:
wethouder F.G.J. Stoutjesdijk-Jansen Raadsvoorstelnr. 96*08.W15
Raadsvergadering
d.d. 27 augustus 1996.
Aan de raad
van de gemeente
Ossendrecht
Onderwerp: Beleidsplan (nieuwe)
Algemene Bijstandswet
Ossendrecht, 13 augustus 1996.
De Algemene Bijstandswet, waarvan de uitvoering in handen is gelegd van
de gemeente, bestaat sinds 1965. Na een kleine 30 jaar uitvoering ver
scheen in 1993, na onderzoek door de zogenaamde commissie van der Zwan,
later gevolgd door een Tweede Kamercommissie bekend als de commissie
Doelman - Pel, een vernietigend rapport van bevindingen. Het rapport
sprak over een onbeheersbaar proces waarvan de uitvoeringsptaktijk werd
gekenmerkt door ontoelaatbare tekortkomingen, gebrek aan duidelijkheid
in controle en toezicht zowel in de verdeling van verantwoordelijkheden
als in de normensystematiek.
De betreffende kritiek viel juist samen met het moment waarop politiek
al langer het standpunt werd gehuldigd dat de Algemene Bijstandswet aan
een grondige herziening toe was. Zoals u reeds eerder (eind 1995 en
begin 1996) ten tijde van vaststelling verordening premiebeleid en
toeslagenbeleid werd voorgelegd, is de nieuwe Algemene Bijstandswet
(nABW) op 1 januari j.l. in werking getreden.
De nABW schrijft, onder meer in artikel 118, voor dat het gemeentebe
stuur een beleidsplan op het terrein van uitstroombevordering en fraude
bestrijding dient vast te stellen en middels een jaarlijks verslag daar
van verantwoording over de uitvoering dient af te leggen. Op deze wijze
wordt zowel voor de individuele burger, als voor de maatschappelijke or
ganisaties én zeker voor de rijksoverheid als toezichthouder, inzicht
gegeven in de wijze waarop concreet inhoud aan de uitvoeringsverantwoor
delijkheid wordt gegeven.
"Een wettelijke verplichting tot het opstellen van uitvoeringsplannen
ten aanzien van fraudebestrijding en uitstroombevordering geeft de ga
rantie dat de gemeenten daaraan inderdaad die aandacht en intensiteit
zullen geven die nodig zijn voor een verbetering van de kwaliteit van
de uitvoering en een beheersing van het volume bijstandsontvangers", al
dus de toelichting op betreffend artikel.
Zoals u bekend is, is eveneens wijziging aangebracht in de normsystema-
tiek, waarbij aan de gemeenten beleidsruimte is verleend tegen de ach
tergrond van een grotere financiële verantwoordelijkheid. De ons voorge
stane systematiek is eerder door uw raad middels vaststelling van de
desbetreffende verordening bekrachtigd. De in die verordening opgenomen
toeslagen komen vanaf 1999 geheel voor rekening van de gemeente zelf,
waardoor het gemeentelijk aandeel in de uitkeringslast zal stijgen van
10 naar bijna 30%. Mede op deze wijze is met de nieuwe wetgeving een fi
nanciële prikkel geïntroduceerd om te bewerkstelligen dat instroom
wordt beperkt en uitstroom wordt geactiveerd.
De kern van het, u voorliggende, beleidsplan wordt gevormd door het
streven van het tegengaan van Berustend gebruik, Oneigenlijk gebruik en