De eigenaren en hypotheeknemers zijn op respectievelijk 19 december 1995 en 8 februari 1996 in kennis gesteld van het voornemen om hun pand voor te dragen voor de plaatsing op de Rijksmonumentenlijst. Tegen plaatsing op de Rijksmonumentenlijst hebben de eigenaren van de volgende panden een schriftelijke reactie ingediend: Aanwas 33, Burg. Voetenstraat 5, Burg. Voetenstraat 44, Vijverweg 4. Alle eigenaren zijn uitgenodigd voor een hoorzitting op 8 en 29 maart 1996. Het horen is overgelaten aan een commissie ad-hoc. Deze commissie bestond uit de voorzitter, de secretaris en een deskundig lid van de gemeentelijke monumentencommissie en de provinciale inventarisator van het M.S.P. project. De verslagen van deze hoorzittingen liggen ter inzage. De commissie heeft ten aanzien van de haar kenbaar gemaakte negatieve reacties het volgende overwogen: 1. Pand Aanwas 20 (de heer C.J.D. Leenaarts) Reactie: is radicaal tegen plaatsing van het pand op de Rijkslijst omdat hij dit ziet als een inbreuk op de privacy; Mening hoorzittingscommissie: De eigenaar zelf bepaalt of er onderhoudswerkzaamheden gebeuren en/of een subsidieaanvraag wordt ingediend: de gemeente heeft hierop geen enkele invloed; in het kader van het algemeen belang (architectuurhistorische en ensemblewaarden van het pand) zou dit pand door de gemeenteraad moeten worden voorgedragen voor opname op de Rijksmonumentenlijst. De commissie is derhalve voor handhaving van de voordracht; 2. Pand Aanwas 33 (mevr. A.H.C.L. Mattheussens-van den Maegdenbergh) Reactie: vrees dat plaatsing op de Rijkslijst teveel beperkingen geeft in relatie tot de eisen van de moderne tijd, met name beperkingen ten aanzien van de inrichting, vooral met het oog op de toekomst. Mening hoorzittingscommissie: de hoorzittingscommissie is voor handhaving van de voordracht vanwege architectuurhistorische en ensemblewaarden van het pand; bijzondere betekenis wegens de situering, verbonden met de ontwikkeling van de streek; met betrekking tot de vrees van de eigenaar voor teveel beperkingen wordt opgemerkt dat het niet de bedoeling is om te bevriezen: enkel met betrekking tot een vernieuwing of verandering van de elementen die een pand tot monument maken is een monumentenver gunning vereist; uitgangspunt is dat woningen wel leefbaar moeten blijven. 3. Pand Burg. Voetenstraat 5 (de heer E.F. van Meir) Reactie: -wil het pand wel graag intact houden maar vreest voor beperking van handelingsvrijheid en inmenging van overheidswege; -geen subsidievoordeel in verband met zelfwerkzaamheid;

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1996 | | pagina 109