2. De beheerders dienen de leeftijd van achttien jaar te hebben bereikt; INRICHTINGSEISEN Artikel 3.6 1. Voor het verkrijgen van een verlof dient de inrichting te voldoen aan de volgende eisen: 1. Elke in de inrichting aanwezige lokaliteit moet een oppervlakte hebben van tenminste 25 m2 2. De hoogte van elke lokaliteit moet over tenminste 5/6 deel van de totale vloeroppervlakte tenminste 2,60 meter bedragen. 3. Elke lokaliteit moet een zodanige kunstverlichtingsvoorzien.ing hebben, dat de gemiddelde horizontale verlichtingssterkte, gemeten op 1 meter boven de vloer, over de gehele oppervlakte tenminste 50 lux kan bedragen. 4. Elke lokaliteit moet voorzien zijn van een met de buitenlucht in verbinding staande mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit per uur van tenminste zesmaal een luchtvolume, verkregen door vermenigvuldigen van het aantal vierkante meters vloeroppervlak van de lokaliteit met 2.60 meter. 5. In elke lokaliteit moeten een of meer ventilatieopeningen of -kanalen aanwezig zijn die permanent geopend kunnen blijven en een gezamelijke vrije doorlaat hebben van 1/500 gedeelte van de vloeroppervlakte van die lokaliteit. 6. De inrichting moet zijn aangesloten op het waterleiding- en elektriciteitsnet. Indien zodanige aansluiting redelijkerwijs van de betrokkene niet kan worden gevergd, moet in de inrichting een doeltreffende andere voorziening tot het verkrijgen van stromend deugdelijk drinkwater, onderscheidenlijk van kunstlicht aanwezig zijn. 7. De inrichting moet, mede ten behoeve van de bezoekers, zijn aangesloten op het telefoonnet, tenzij zulks redelijkerwijs niet mogelijk is. 8. In de inrichting moet een voorziening zijn om het glas- en vaatwerk met stromend, deugdelijk drinkwater te kunnen reini gen. 9. In de inrichting moeten, mede ten behoeve van de bezoekers, voor mannen en vrouwen afzonderlijk, volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwezig zijn. Deze toiletgelegenheden dienen te voldoen aan de volgende eisen: a. elke toiletgelegenheid moet tenminste een of meer behoorlijke privaten bevatten; b. de in de privaten aanwezige closetpotten en urinoirs moeten voorzien zijn van een waterspoeling, welke is aangesloten op de in lid 6 bedoelde watervoorziening; c. voor de toiletgelegenheden van de mannen, zowel als voor die van de vrouwen moeten voorportalen aanwezig zijn. Deze voorportalen dienen volledig afsluitbaar en van elkaar gescheiden te zijn; I

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1995 | | pagina 85