HOOFDSTUK 3 HET VERSTREKKEN VAN ALCOHOLVRIJE DRANK.
BEGRIPSOMSCHRIJVING
Artikel 3.1
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank
mede verstaan de drank, die bij een temperatuur van 15°C voor minder
dan 1,5 volumenprocent uit alcohol bestaat.
VERBOD BEDRIJFSMATIG VERSTREKKEN ALCOHOLVRIJE DRANK VOOR GEBRUIK TER
PLAATSE
Artikel 3.2
1. Het is zonder verlof van de burgemeester verboden in een besloten
ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse
te verstrekken.
2. Dit verbod geldt niet:
a. indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de
wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een
horecawerkzaamheid;
b. indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van
bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte
vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties;
c. voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen
lokaliteiten;
d. voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.
OVERLIJDEN VERLOFHOUDER
Artikel 3.3
Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of
namens een van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot vier weken
na het overlijden of, indien binnen die termijn terzake een nieuw
verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag is
beslist.
WIJZE VAN INDIENING AANVRAGE VERLOF
Artikel 3.4
De burgemeester stelt voor het indienen van een aanvrage voor het
verkrijgen van een verlof een formulier vast.
BEHEERDER
Artikel 3.5
1. Voor het verkrijgen van een verlof als bedoeld in artikel 3.2,
eerste lid, moet worden voldaan aan het bij en krachtens de
volgende leden bepaalde.