r 1
De raad van de gemeente Ossendrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 1995;
gehoord de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke
Dienstverlening in de provincie Noord-Brabant en de Kamer van Koophan
del en Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant te Breda;
gelet op de Gemeentewet, de Drank-en Horecawet en de Algemene wet
bestuursrecht
besluit:
vast te stellen de navolgende
"DRANK- EN HORECAVERORDENING VOOR DE GEMEENTE OSSENDRECHT"
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN.
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
1. Voor de toepassing van deze
verordening wordt verstaan
onder
a. de wet: de Drank- en Horecawet;
b. horecabedrijf: een bedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste
lid, onder a, van de wet;
c. slijtersbedrijfeen bedrijf, als bedoeld in artikel 3,
eerste lid, onder b, van de wet;
d. horecawerkzaamheid: een werkzaamheid, als bedoeld in artikel
3, eerste lid, onder c, van de wet;
e. inrichting: de besloten ruimte, waarin een horecabedrijf,
een slijtersbedrijf of een horecawerkzaamheid wordt
uitgeoefend met - voor zover zij tezamen daarmede tot dat doel
in gebruik zijn - de open aanhorigheden daarvan en de in de
onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen gedeelten van de
openbare weg;
f.lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1,
eerste lid, onder b, van het Besluit inrichtingseisen Drank
en Horecawet;
g.beheerder: hij, die onmiddellijk leiding geeft aan de
uitoefening van een in artikel 3.2, eerste lid, bedoeld
bedrijf;