Tevens werd aan de samenwerkende gemeenten voorgesteld onderzoek in te
stellen naar de mogelijkheden voor integratie van vervoer van diverse
doelgroepen (zorgvervoerleerlingenvervoer, WSW-vervoer, etc.).
Tenslotte werd de gemeenten verzocht bij beschikkingen op nieuwe aanvra
gen voor vervoervoorzieningen op grond van de WVG het primaat te leggen
bij een KAPs
Via gunning van de opdracht aan een personenvervoerbedrijf zou een
KAPs ingevoerd dienen te worden. Bij de verlening van de opdracht
heeft de Projectgroep gekozen voor de concessie-vorm, waardoor bij de
exploitatie van het vervoer het recht gegeven wordt tot declaratie
volgens een vergoedingenregeling ten behoeve van bepaalde doelgroepen.
De concessie wordt nader omschreven als een beschikking waarbij
toestemming verleend wordt om gebruik te maken van een vergoeding per
vervoerde reiziger volgens een vastgestelde bijdrageregeling. Aan deze
beschikking wordt een privaatrechtelijke overeenkomst verbonden, waarin
alle regelingen met betrekking tot het vervoer zijn vastgelegd. De
keuze voor de concessievorm werd mede ingegeven door de verwachting dat
in de toekomst voor de opdracht tot het verrichten van openbaar vervoer
de concessievorm gebruikt zal gaan worden.
Op 24 april 1995 is vervolgens aan alle personenvervoerbedrijven in wes
telijk Noord-Brabant een Programma van Eisen verzonden, waarbij aan de
ze bedrijven de mogelijkheid werd geboden een offerte in te dienen voor
de uitvoering van een KAPs
Vier personenvervoerbedrijven hebben gereageerd. Aan de hand van onder
andere een rekenprogramma heeft de Projectgroep op basis van financiële
en kwalitatieve overwegingen aan het gecombineerde Portefeuillehouders-
overleg Ruimtelijke Ordening (Verkeer en Vervoer) en Welzijn (WVG) één
van deze vervoerders geadviseerd als regievoerder van een KAPs. De
achtergronden voor de keuze voor een KAPs en het voorstel voor de
betreffende vervoerder staan beschreven in de notitie "Kleinschalig
Aanvullend Personenvervoersysteem"Kortheidshalve wordt naar deze
notitie verwezen.
Gezamenlijk uitgangspunt
De in de notitie genoemde tarieven en ritprijzen zijn gebaseerd op een
regionaal sluitend systeem en, daaruit voortvloeiend, de deelname van
alle achttien samenwerkende gemeenten binnen het streekgewestDe rit
prijzen zijn echter niet afhankelijk van de deelname van alle gemeen
ten. Een bepaald aantal gemeenten vormt echter een minimum vereiste om
een systeem te kunnen laten functioneren.
Het systeem werkt het meest efficiënt en voordelig indien sprake is van
een aaneengesloten (stedelijk) gebied. In een dergelijk geval is de
kans op een grotere bezettings- en combinatiegraad groter, mede door de
korte afstanden. Als gevolg hiervan kunnen de ritprijzen dalen. Het sur
plus kan vervolgens worden aangewend om in de landelijke gebieden te
voorzien in de vervoerbehoefte. Het landelijk gebied en de kleine ker
nen hebben zo bezien profijt bij het vervoer binnen het stedelijk ge
bied. Met de efficiency in het stedelijk gebied wordt vervoer van, naar
en in de landelijke gebieden van het gewest mogelijk gemaakt. Soli-