2. De voor de buitenriolering toe te passen materialen
moeten voldoen aan de geldende NEN-norm voor binnen-
en buitenriolering.
3De riolering moet ten genoegen van het bestuursor
gaan worden aangelegd. Verbindingen in buitenriole
ring moeten waterdicht en stankvrij zijn; daartoe
moeten de hulpstukken zijn voorzien van ingevulcani-
seerde rubber-ring-afdichtingen. Voorzieningen welke
een goede be— en ontluchting van het gemeentelijk
rioolstelsel via hemelwaterafvoeren en standleiding
verhinderen of beperken zijn niet toegestaan.
4Door het bestuursorgaan kunnen nadere eisen worden
gesteld met betrekking tot de aanleg en uitvoering
van de riolering.
Artikel 6. Keuring
De riolering dient door het bestuursorgaan te worden
gekeurd. Pas nadat de riolering is goedgekeurd mogen de
sleuven worden gedicht en mag de riolering op het aan
sluitpunt van het gemeentelijk rioolstelsel worden aange
sloten.
Artikel 7. Onderhoud en herstel
1. Het schoonhouden van het aansluitpunt van het ge
meentelijk rioolstelsel dient te geschieden door en
voor rekening van de eigenaar c.q. gebruiker van het
aangesloten pand. Bij een verstopping van het aan
sluitpunt kan dit op verzoek van de eigenaar c.q.
gebruiker en óp zijn kosten door of in opdracht van
het bestuursorgaan worden schoongemaakt.
2. In geval van een mechanisch defect aan het gemeente
lijk rioolstelsel is de gemeente verplicht hieraan
onderhouds-en/of herstelwerken voor haar rekening
uit te voeren.
3. Van reinigingswerken aan het aansluitpunt moet het
bestuursorgaan vooraf in kennis worden gesteld. Bij
onderhoud en/of vervanging van het aansluitpunt door
de gemeente moet worden toegestaan dat derden het
perceel betreden om de noodzakelijke werken uit te
voeren.
4Na uitvoering van de werken is de gemeente verplicht
de situatie zoveel mogelijk in de oorspronkelijke
staat terug te brengen. Voor eventuele schade aan
beplantingen en afrasteringen is de gemeente niet
aansprakelijk, tenzij er sprake is van onzorgvuldig
heid tijdens de werkzaamheden.
3