Wi
Algemene beschouwingen 1996
11. APPENDIX
11.1. Chemisch/agrarisch educatief centrum
In dit educatief centrum kan bijvoorbeeld de geschiedenis van de chemie in
beeld worden gebracht evenals de geschiedenis van de landbouw. Wat dit laatste
betreft moet echter in tegenstelling tot wat meestal in musea het geval is, niet de
nadruk liggen op hoe het honderd jaar geleden toeging, maar er moet juist veel
aandacht worden besteed aan het moderne agrarische bedrijf en de ontwikkelin
gen daaraan voorafgaand. Wat betreft de geschiedenis van de chemie en niet te
vergeten de farmacie, kan men deze tonen aan de hand van bijvoorbeeld een
ingerichte alchemistenkeuken, een nagemaakt laboratorium uit de negentiende
eeuw, een periode waarin de grootste wetenschappelijke vorderingen zijn
gemaakt, en een modern laboratorium. Daarnaast kunnen al dan niet werkende
chemische instrumenten worden getoond, bijvoorbeeld distillatie- en extractie
apperatuur. Ook kan men fraai de relatie tussen landbouw en chemie verduide
lijken, enerzijds landbouw als grondstoffenleverancier voor chemie en farmacie
en anderzijds chemie als meststof- en gewasbeschermingsmiddelenleverancier.
Het realiseren van zo een centrum kost natuurlijk veel geld. Men moet echter
niet vergeten dat dit centrum uniek zou zijn voor Nederland en misschien wel
voor de Benelux. Het lijkt ons dan ook geenszins onwaarschijnlijk dat de
betrokken industriële sectoren tot sponsoring kunnen worden overgehaald.
De gemeente dient zelf natuurlijk wel initiërend op te treden. Als lokatie zou
het MOB-complex in aanmerking kunnen komen, maar ook de als C-lokaties
aangemerkte plaatsen uit het "landschapspark" zijn interessant, vooral daar die
lokaties midden tussen industrie en landbouw gelegen zijn, een psychologisch
juiste plek dus. Daarnaast zou deze invulling van de C-lokaties meer passen bij
het door ons voorgestane extensieve toerisme dan alternatieven zoals een bunga
lowpark een race-circuit of een attractiepark op deze lokaties.
nov. 1985 LO