2. Over het algemeen waren de ozonconcentraties op de landelijke stations hoger dan op de stedelijke stations. Daarentegen waren de concentraties van stikstofdioxide op stedelijke stations (aanzienlijk) hoger dan op de landelijke stations. 3. De totale potentiële, zure depositie wijst op een sinds 1980 ingezette dalende trend. 4. Het aantal soorten korstmossen is sinds 1981 gemiddeld over Nederland met circa 50% toegenomen. 5. De in 1979 ingezette dalende trend inzake de landelijk gemiddelde concentratie van zwaveldioxide (S02) zet zich voort. 6. Het gemiddeld niveau van stikstofoxiden in Nederland heeft sinds 1979 weinig verandering ondergaan. 7. De in 1984 ingezette dalende trend in de loodconcentraties heeft zich in 1989 niet meer voortgezet. Resumerend constateren wij dat er in de luchtkwaliteit problematische, tot zorg aanleiding gevende situaties zijn, maar dat geen aanleiding bestaat voor een alarm richting ingezetenen van de Zuidwesthoek. Overschrijding van de EG-grenswaarden is voor geen in het meetnet betrokken stoffen waargenomen. Wij geven u in overweging het jaarverslag - 1989 Luchtkwaliteit en de rapportage - Mattheussens voor kennisgeving aan te nemen. Burgemeester en wethouders van Ossendrecht. De secretaris, De burgemeester, H.J.J. Rütten. DrsA.E.A. van Gils. N.B. Het jaarverslag en rapport zijn voor u en belangstellenden ten gemeentehuize ter inzage neergelegd.

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1990 | | pagina 137