Raadsvergadering
dd. 26 januari 1979
Aan de Raad
der gemeente
OSSENDRECHT
Onderwerp: Notitie inzake
herziening streekplan
West-Brabant
Ossendrecht, 18 januari 1979.
Voor U is ter inzage neergelegd de beleidsnota met betrekking
tot de voorgenomen herziening van het (provincialestreekplan West-
Brabant. Het originele plan werd vastgesteld door de Provinciale
Staten van Noord-Brabant bij besluit van 20 april 1970. Een streek
plan moet derhalve worden gezien als een provinciaal plan, als een
provinciale visie op de ruimtelijke ordening en neemt afstand van
rijks- of gemeentelijke bevoegdheden. Daarmede is niet gezegd dat
een streekplan gemeentelijke bevoegdheden onverlet laat. Immers een
(provinciaal) streekplan wordt door Gedeputeerde Staten gehanteerd
als toetsingsnorm voor gemeentelijke plannen inzake de ruimtelijke
ordening. Strijd van gemeentelijke plannen met het provinciaal plan
zal gemakkelijk leiden tot niet-goedkeuring van gemeentelijke plan-
In de provinciale visie van de gewenste ontwikkeling juncto het
ruimtelijk beleid ,voor de herziening van het streekplan staat voorop:
"het streven naar een samenleving die het welzijn vanaLle leden tot
doel heeft en ontplooiingsmogelijkheden biedt voor ieder individu,
overeenkomstig eigen aard en aanleg". Deze hoofddoelstelling ziet
in feite op een totaal en alle overheidsfuncties integraal omvattend
beleid. De discussienota maakt evenwel al direct uitzonderingen,
b.v. voor wat betreft de scholenbouw en de ziekenhuisvoorzieningen.
Wij tekenen hierbij aan dat - genoemde uitzonderingen ten spijt -
de gedane uitspraak een zeer pretentieuze is. Ruimtelijke ordening,
ofschoon van eminent belang, vertegenwoordigt toch maar één facet
van. het zo enorm gevariè'erd en onmogelijk ontleedbaar fenomeen dat
wordt aangeduid met "welzijn".
Het voert ons inziens te ver in deze notitie op zich voorname
zaken aan de orde te stellen die geen.relatie hebben met het Ossen-
drechtse. Slechts één zaak willen wij even aanstippen, t.w. de groei
kernen-theorie die wij als krampachtig en kunstmatig moeten defi
niëren. Ons college heeft geen moeite met een hiërarchie van kernen,
nen.
-maar-