periode en een dito toezichtperiode vergde. Voor het opschonen van het Loopje - r.aarnaar de heer Mattheussens vraagt is een werkstrook tussen waterloop en sportpark vrij gehouden. Over de plaatsbepaling van speelge le ge nheicl <fë jeugd ontstaat een uitgebrei de gedachtenwisseling* De heer Wolters vindt dat de gelegenheid voor spelen en recreëren dicht bij huis in de wijk moet worden gevonden, en ook het openbaar groen daarvoor beschikbaar moet zijn. De heer van Gorsel daarentegen is van mening dat de speelgelegenheid buiten de woonwijken moet worden gebracht en dat openbaar groen niet als voetbalveld kan worden gebruikt (de oudere verjagen de jongeren). De heer Suijkerbuijk is het volledig eens met de heer van Gorsel (de jeugd moet bereid zijn te gaan spelen op de plaats die het gemeentebestuur aanwijst). De mening van de heer van der Poel is dat de speelgelegenheid niet te ver van de woningen mag zijn en vraagt zich af of ook aan speelaccommodatie voor meis jes voldoende wordt gedacht. Door de voorzitter wordt in deze gewezen op het trapveldje Leemberg, op de eventuele mogelijkheden bij gereedkoming van de sportparkuitbreiding, op de komende groen-aanleg hoek Molenstraat - Bevrijdingstraat en wellicht een speelruimte tussen Dwarsstraat en Bevrijdingstraat. Hij vermeldt daarbij de vele klachten van buurtbewoners zodra een plaats regelmatig als speelgelegen- heid wordt gebruikt. Zo nodig via een rondrit en behandeling in de commissie Openbare Werken zal het gemeentebestuur nognaals een en ander bezien. Het aanvullend crediet als gevraagd bij het voorstel van burgemeester en wet houders d.d. 20 oktober 1975 wordt door de raad zonder hoofdelijke stemming beschikbaar gesteld. 7. Aanvullend crediet uitbreiding Marie Adolphineschool. Aansluitend aan de overgelegde gegevens en verwijzend naar de gang van zaken in deze - waarover het gemeentebestuur ontstemming heeft uitgesproken - zet de voorzitter uiteen dat nadere overweging en overleg geleid heeft tot een verzoek om crediet-verhoging ad f. 56.4-00.boven het reeds uitgetrokken bedrag. Na opmerkingen van de heren van der Poel (door een te lage raming van de ar chitect moet de school nu bepaalde voorzieningen laten vallen en treedt ver traging op in de realisering), heer Jansen (onverkwikkelijke gang van zaken) de heer van Gorsel (de post ad f. 11.000.— voor het hekwerk had bij deze moti vering ook in de oorspronkelijke aanvraag moeten worden geschrapt), de heer van den Eijnden de raad heeft geen andere mogelijkheid meer dan ja te zeggen op het voorstel) en de heer Suijkerbuijk (blunder van de architect en wederom is er geen andero weg dat het stuur te volgen), wijst de voorzitter

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1975 | | pagina 103