5» Voorlopige vaststelling jaarrekening 1972.
De Voorzitter verwijst naar de toelichting als vermeld in het toegezonden
voorstel van Burgemeester en Wethouders dd. 29 juli jl., naar het verslag van
het onderzoek door de raadscommissie dd. 6 augustus jl», naar het rapport van
het Verificatiebureau dd. 26 juni jl. en naar de verantwoording van Burge
meester en Wethouders dd. 25 juli 1974»
Dank wordt gebracht aan de raadscommissie voor het onderzoek en aan de
gemeente-ontvanger voor het opstellen van de rekening.
Vervolgens besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders dd. 29 juli jl., met dien
verstande dat de heren van Dijke en Mattheussens geacht worden zich als
wethouder van stemming te onthouden.
6. Rondvraag.
De heer den Ouden wijst ops
a. dozen huisvuil gedeponeerd in een servituut 5
b. het ontbreken van zand in de zandspeelbak nabij de kleuterschool.
Blijkens het antwoord van de Voorzitter is het onder a genoemde reeds in
onderzoek en zal het onder b vermelde worden nagegaan.
In antwoord op een desbetreffende vraag van de heer Schroeijers,
antwoordt de Voorzitter dat de situering van de kleuterschool-uitbreiding
nog niet geregeld is5 de nodig geachte bespreking met de Inspecteur van het
Kleuter- en het Lager Onderwijs en het schoolbestuur heeft in deze vakantie
periode nog niet kunnen plaats vinden,
Mej. van Put wil deze voor haar laatste raadsvergadering aangrijpen om
haar waardering uit te spreken voor de wijze waarop de burgemeester, de
wethouders en de secretaris hun werk verrichten, voor de bereidwilligheid
en toewijding waarmee de ambtenaren de bezoekers van het gemeentehuis steeds
behulpzaam zijn. Zij brengt dank aan de mede-raadsleden voor de prettige
samenwerking in de afgelopen jaren»
Afscheid raadsleden.
De Voorzitter benadrukt het historische uur van deze vergadering voor
de vier raadsleden welke in de komende zittingsperiode niet terugkeren.
De heer Smout brengt hij dank voor de 26 jaren dat deze het raadswerk
onbaatzuchtig heeft verricht,, waarbij deze meerdere jaren nestor van de Raad
was, daarnaast nog lange tijd commandant van de vrijwillige brandweer, lid
van de Commissie Openbare Werken enz. Een zo'n lange periode belangeloos
werken kenmerkt hij als een steeds zeldzamer gebeuren.