Grontmij voor vrij-werk uitvoering en beplantingsplan.
In antwoord op vragen van de heer van der Poel deelt de Voorzitter mede,
dat de Trambaan-ingang meer als een dienstingang gezien moet worden en de
Doktersstraat hoofdingang blijft? de op kaart ingetekende vijver is eigendom
van de heer van den Eijnden? het aangegeven looppad blijft op gemeente-eigendom.
De Raad besluit daarna zonder hoofdelijke stemming tot vaststelling van het
bestemmingsplan "Sportpark" conform de overgelegde stukken.
5. Riolering Eikelhof.(voormalige Kerkhofstraat)
De Voorzitter gaat nader in op de bemerkingen van de heren Verbiest en
Schroeijers inzake de afloop van het rioolwater, van de heer Suijkerbuijk
inzake doortrekking in het Kerkepad (dit zal worden nagegaan) en van de heer
Smout betreffende de begrotingspost bronnering.
Het centraal rioleringsplan dat inmiddels is ontvangen zal nog via de
Commissie van Openbare Werken aan de Raad worden voorgelegd.
Vervolgens besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming het benodigde
crediet ad f.28.000,exclusief B.T.W., voor riolering Eikelhof, beschikbaar
te stellen.
6. Crediet reconstructie westelijk deel Oude Dijk.
De Raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
Burgemeester en Wethouders dd. 13 juni 1974»
De vraag van de heer Smout of de knik bij Nuijts blijft, wordt bevestigend
beantwoord.
7. Aangaan vaste geldlening ten behoeve van diverse objecten.
Door de Raad wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders dd. 14 juni 1974*
8. Wijziging begroting 1973.
De ter inzage gelegde concept-begrotingswijziging 1973, wordt door de
Raad zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig vastgesteld.
IQ.Rondvraag.
Allereerst brengt de Voorzitter ter sprake het nagekomen verzoek dd.
19 juni van de Werkgroep Kindervakantiewerk or: naast de subsidie ad f.1.000,
voor 1974 een garantie ad f.400,te verlenen.
Burgemeester en Wethouders geven de Raad in overweging de subsidie ad
f.1,000,tot f.1.400,te verhogen.
Naar aanleiding van de vraag van de heer van der Poel of het organiseren
van deze activiteiten in twee gemeenten niet financieel nadelig is gezien
de vervoerskosten merkt Wethouder van Dijke op, dat Burgemeester en