5"
ordening voorhanden: het instituut van aanwijzingen, toetsing
aan provinciale of regionale plannen, weigering van goedkeuring
van bestemmingsplannenhet toezicht middels de begroting, het
niet-toewijzen van woningbouwcontingentenhet niet urgeren
van vaste geldleningen onder het regiem van de centrale finan
ciering
Hiervoor hebben wij de materie van de ruimtelijke ordening
benaderd vanuit de hoek van de hogere overheden, maar een an
dere en primaire invalshoek is: hoe kijken T' en wij en ook de
O ssendrecht se mensen zelf aan tegen de groei en ontwikkeling
van ons dorp. Wat willen wij allemaal samen met ons dorp en
waar sturen wij allemaal samen naartoe Wij dragen een eigen
en eerste verantwoordelijkheid bij het bepalen van de resp.
beleidsuitgangspunten. Onontkoombaar daarbij is het doen van
een keuze (en wellicht ook het brengen van offers)waarbij
visies van hogere overheden in acht moeten worden genomen en
waarbij: beperkingen een niet te ontwijken gegeven zijn. Nog
maals zij hier benadrukt dat beperkingen zeer wel positief te
waarderen zijn.
Wij pogen nu richting aan te geven en beleidsuitgangs
punten te formuleren voor de toekomstige ontwikkeling van
Ossendrecht en geven na rijp beraad een aantal concrete
gedachten
- ontwikkeling van een structuurschets' voor de gemeente, met
als onderbouw via CHS-inctices gecorrigeerde ETÏ-rapporten;
- ontwikkeling, resp. uitvoering van bestemmingsplannen:
Slingerstraat, de Molen, grond-Waterleiding, plan-Kasteel
straat, plan-Kerkstraat (Zuid), plan-Vijverhoeve/Peeberg
berg-Verrest en plan-Sportpark;
- beheerste groei naar 6.000 inwoners, met uitdrukkelijke
voorkeur (inzake nieuwbouw) voor de autochtone bevolking
en met een minimum aan zgnblokkenbouw, mede ter handhaving
van identiteit, sfeer en karakter van ons dorp;
- voorzieningen op het niveau van volwaardig lokaal centrum,
zodat in ons dorp beschikbaar is wat er in een dorp van
5.000 a 6.000 inwoners moet zijn;
- geen of minimale aantasting van het natuurgebied of van
gebieden van grote landschappelijke waarde;
- zoveel mogelijk concentrische afbouw van de dorpskom en o.a.
liquidatie van het provinciaal Trambaan-tracé;