Raadsvergadering
d.d. 18 oktober 1974
Aan de Raad der gemeente
Ossendrecht.
Onderwerp; vergoeding bedrag per Ossendrecht, 18 oktober 1974»
leerling voor het jaar 1975»
Bij de inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie
Roosendaal hebben wij advies gevraagd over de hoogte van het bedrag
per leerling (art. 101 van de Lager Onderwijswet 1920) voor het jaar
1975, De inspecteur acht een bedrag ad f. 260.— (incl. B.T.W. en
excl, gymnastiek (waaronder begrepen schoolzwemmen) toereikend.
In aanmerking genomen dat het hier een 7 klassige en een 9 klas-
sige school betreft is qua behoefte en kostenverdeling een bedrag
van f. 260.—, mede gezien de financiële mogelijkheden van de ge
meente redelijk.
Bij de bepaling van het bedrag ad f. 260.per leerling is reke
ning gehouden met het inwerking treden van enige wijzigingen van de
Lager Onderwijswet 1920, opgenomen in de Wet van 16 juli 1964» Stbld.
307. Deze wijzigingen treden in werking met ingang van 1 januari
1975 en hebben o.a. betrekking op de kosten voor de administratie en
de oudercommité's. Blijkens informatie zullen de kosten voor admini
stratie f. 25.— per leerling bedragen.
Mede op het oog van de door de Minister toegezegde verbeterin
gen voor het lager onderwijs en de te verwachten kostenstijgingen in
deze sector hebben wij Uwe Raad gemeend een aanmerkelijke stijging
van het bedrag per leerling te moeten voorstellen.
Bij het berekenen van de verhogingen zijn wij uitgegaan van
stijgingen voor 1975 ten opzichte va.n 1974*
Voorlopige prijsstijging 8fo
Voorlopige loonstijging 12
Extra verhogingen randvoorzieningen 5i°*
Extra verhoging voor administratiekosten f. 12.50 per leerling.
Extra verhogingen schoolmeubelen, leer— en hulpmiddelen en
schoolbehoefte f. 10.— per leerling.
De verdere verhogingen hebben betrekking op de stijgingen in 1974
diverse kleinere verbeteringen.
De kosten voor het geven van gymnastiekonderwijs en zwemonder
wijs worden door de gemeente verstrekt en betaald buiten het bedrag
ad f. 260.