- 6 - goederen* Het is ons bekend dat door de Inspecteur der Registratie en Suc cessie een systeem wordt aangehouden van alle in de gemeente plaats vindende onroerend goed transacties. In dit systeem wordt aantekenxng gehouden van de verkoopprijzen, genoemd in de notariële akten en wel per perceel en sectienummer. De Inspecteur gebruikt deze gegevens voor de waardebepaling en waardecontrole bij de heffing van de registratie rechten, de successierechten en de vermogensbelasting. Op ons verzoek verleent de Minister van Financiën zeer waarschijnlijk wel toestemming tot inzage in deze gegevens, waardoor de objectiviteit en de onderlinge waarde-verhoudingen in nog grotere mate kunnen worden verzekerd. Deze grondslag laat zich voor de belastingplichtigen eenvoudig verklaren. In de meeste van de gevallen zal deze grondslag op een eenvoudige wijze bepaald kunnen worden, zelfs zonder de belastingplichtigen daar bij lastig behoeven te vallen, kan wel over bestaande gegevens worden beschikt, terwijl de onderlinge verschillen in waarde op een juiste wijze tot uitdrukking kunnen worden gebracht. Eerder werd reeds vermeld dat wegens ten behoeve van de land- of. bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond geen onroerend goed- belasting kan worden geheven. Dit impliceert dat deze belasting alleen dan van ongebouwde eigendommen kan worden geheven, wanneer zij niet uit bedrijfsmatig geëxploiteerde land- of bosgronden bestaan. Een zeer groot gedeelte van de in Ossendrecht gelegen ongebouwde gronden wordt bedrijfsmatig als cultuurgrond geëxploiteerd. Daarom heeft het ons inziens weinig zin een administratie op te zetten van ongebouwde eigen dommen waarover deze nieuwe belasting wel kan worden geheven. De lage opbrengst zal in geen verhouding staan tot de alsdan hoge perceptiekosten. Volledigheidshalve moet nog worden vermeld dat ingevolge artikel 6 van het Besluit onroerend goed-belasting voor woningen als grondslag zou kunnen worden gehanteerd de jaarlijkse huurwaarde, vermenigvuldigd met een bij de belastingverordening vast te stellen factor van tenmin ste 10 en ten hoogste 20, welke factor niet voor alle onroerende goede ren dezelfde behoeft te zijn. In de praktijk zal deze huurwaarde eerst kunnen worden vastgesteld als de belastingplichtige jaarlijks verplicht wordt bij aangiftebiljet van deze waarde kennis te geven. De kunstmatige verschillen in huur prijzen tussen de gesubsidieerde woningwetwoningen en de "vrije sec tor" woningen is naar onze mening een extra belemmering om deze grond slag objectief te kunnen hanteren.

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1974 | | pagina 103