Aan de Raad der gemeente
Ossendrecht»
Onderwerp; Vergoeding brandweer. Ossendrecht, 23 februari j-972.
De vergoedingen voor de leden van de vrijwillige brandweer werden
laatstelijk vastgesteld bij raadsbesluit van 21 februari 1969.
Alleen al uit dien hoofde is optrekking van deze vergoedingen ge
wenst. Daarnaast vraagt het per 1 juni 1972 opnieuw doen bezetten van
de functies commandant en onder-commandant om een aanpassing van de ver
goedingsregeling.
Daartoe werd via de inspectie van het brandweerwezen informatie ge
vraagd en verkregen over elders geldende vergoedingsnormen in vergelijk
bare gemeenten.
De maxima van de hierboven bedoelde normen werden verwerkt in een
concept-verordening, welke met de gegevens van de Inspectie van het
Brandweerwezen, alsmede met de thans geldende regeling, voor U ter inzage
is gelegd.
Daarin zijn de functie- en rangben a-mingen aangepast en werd ook
voor de commandant c.q. onder-commandant een vergoedingsnorm gesteld voor
brandbestrijding en oefeningen. Dit laatste om te voorkomen, dat bij een
groot aantal brandbestrijdingsuren de vergoeding over een geheel jaar
voor de manschappen zou uitstijgen boven die van de commandant en onder
commandant. Bij het aantal brandbestrijdingsuren in 1970 en 1971 zou dit
namelijk - bij toepassing van de door de inspectie vermelde normen - het
geval zijn. Zo het zich thans laat aanzien is daarin voor 1972 nog geen
dalende tendens te onderkennen.
Voor verdergaande aanpassing van de vergoedingsregeling en de overige
rechtspositieregeling van de brandweerlieden, menen Burgemeester en Wet
houders te moeten wachten op actie van het recente regionale samenwei-
kingsverband, met het doel ook op dat punt meer uniformiteit te verkrij
gen.
Wij stellen Uwe Raad voor overeenkomstig de ter inzage gelegde con
cept—regeling te besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Ossendrecht,
De Secretaris, Be Burgemeester,
L, Mous. Drs» A.E.A» van Gils.
Raadsvergadering
d.d. 7 april 1972.