1) de territoria van de gemeenten dekken cie lokale samenlevings verbanden niet meer; 2) liet ruimtegebrek in Nederland duldt geen versnippering, 3) de voortgaande specialisatie stelt zwaardere eisen aan het lokale bestuur en zijn apparaat; 4) aanmerkelijke verschillen in het voorzieningenpeil tussen stad en platteland worden niet meer aanvaard; 5) handhaving en opvoering van het voorzieningenpeil vragen -bij de beperktheid van beschikbare financiële middelen- een vegroting van het draagvlak, zowel financiëel als per soneel De Nota merkt op dat ook uit een algemeen bestuurlijk oog punt vele gemeenten nxet meer m staat zijn hun huidige oaxcen geheel zelfstandig te verrichten. De noodzakelijke versterking van het lokale bestuur wordt gezocht in samenvoeging van gemeen-; ten en in gewestvorming, zonder daarbij van voorkeur te doen blijken. De toekomst (en die is reeds begonnen) vraagt regeling van een groot samenhangend helangencomplex door een lichaam dar dirigerende, coördinerende en uitvoerende bevoegdheden krijgt. Daarbij is eenheid in beleidsbepaling en beleidsuitvoering een absolute vereiste. Bij de aanpassing/herziening van de bestuurlijke organisatie moet rekening worden gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen en met de eisen die de democratie aan het functioneren van het bestuur stelt. Zij moets leiden tot versterking van het lokale bestuur dat moet zijn uitgerust met voldoende bestuurskracht om zijn taken met het oog op de eisen die daaraan worden gesteld doeltreffend te vervullen. Zij moet tevens voeren tot verster king van de autonomie. Ook zal zij moeten aansluiten op de we zenlijke functie van de overheid: het vorm geven van de verlangen en wensen die in brede lagen van de bevolking leven en zich laten kennen en afwegen. Dienstverlening aan de burger en bevordering van door hem gewilde ontwikkelingen zijn met controleerbaarheid, beinvloedingsmogelijkheden en deelneming door de burger zaken van fundamenteel gewicht in de democratie. Bestuurlijke schaalvergroting wordt algemeen als pen nood zaak ervaren. Zij is ook niet een op zich zelf staand verschijn sel. De mens van vandaag denkt en leeft in meer en veel grotere verbanden

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1972 | | pagina 4