fl Raadsvergadering d.d. 25 februari 1972. Aan de Raad der gemeente Ossendrecht n Ossendrecht. 8 februari 1972. Onderwerp: Verordening opslag gas-, huisbrand- en stook-olie» De vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft bij schrijven van 15 juli 1968 de aandacht gevestigd op de toenemende bodemverontreiniging, die in steeds sterkere mate een schadelijke invloed heeft onder meer op het grondwater-- Het name dreigen er daardoor ernstige gevaren te ontstaan voor de openbare drinkwatervoorziening, de industrie, de landbouw, de natuur- en landschapsbescherming en de recreatie alsmede voor ondergrondse kabels en leidingen en voor funderingen van bouwwerken. Een van de verschijnselen, die in deze een ernstig gevaar kunnen opleveren, is de opslag van vloeibare brandstoffen. Voor zoveel het betreft vloeibare brandstoffen, waarvan het ontvlammingspunt lager dan 55°G is gelegen, kan tegen het gevaar van bodem verontreiniging worden opgetreden op grond van de Hinderwet. De opslag van vloeibare brandstoffen, waarvan het ontvlammingspunt hoger dan 55°C ligt (gas-, huisbrand- en stookolie) valt buiten de werkings sfeer van de Hinderwet. Maatregelen tegen de bodemverontreiniging door laatstgenoemde vloei stoffen zullen derhalve moeten steunen op gemeentelijke voorschriften. In overleg met de Benzinecommissie 1927 en de Hinderwetvereniging is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een model-verordening opge steld, houdende voorschriften inzake de opslag van gas-, huisbrand- en stookolie. Teneinde de gevaren verbonden aan bodemverontreiniging zoveel moge lijk te beperken, achten wij het noodzakelijk ter zoke voorschriften vast te stellen. Een daartoe strekkende ontwerp-verordening - conform het eerdergenoemd model van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten - bieden wij U ter vast stelling aan. Burgemeester en Wethouders van Ossendrecht, De Secretaris, Be Burgemeester, L« Mous. Drs.A.E.A. van Gils.

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1972 | | pagina 42