De Voorzitter schorst hierna de openbare vergadering voor het ter lezing doen cir culeren van de uitgegane brief aan de heer van Haren» Na heropening van de openbare vergadering wordt niet ingegaan op de vraag van de Voorzitter of behoefte bestaat tot beraadslaging hierover buiten aanwezigheid van wethouder Mattheussens. De heer Suijkerbuijk merkt verder nog op dat in de uitgaande brief onvoldoende is gesteld dat er voor de onderhavige pacht andere gegadigden kunnen zijn, en dat deze tweede bespreking in openbare vergadering wordt gehouden, hetgeen ook bij de eerste bespreking beter ware geweest. Spreker meent zich niet te moeten neerleggen bij een KVPo-standpunt Door de Voorzitter wordt geconcludeerd, dats - de uitgaande brief juist bewust toegespitst is op de relatie Wethouder - grondge bruik? - de aan de orde zijnde openbare behandeling aan de wens van de heer Suijkerbuijk tegemoet komt? - Mr.Dr. van Haren een onbevooroordeelde en algemeen erkende autoriteit is op dit gebied? - thans alleen vastgesteld is dat het door Burgemeester en Wethouders voorgestelde niet in strijd is te achten met de bepalingen van de gemeentewet? - De Raad nog steeds alle bevoegdheid heeft het perceel aan anderen in gebruik te geven en desgewenst openbare verpachtingk a eisen. Ter afsluiting stelt de Voorzitter de vraag wie tegenstander is van het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot handhaving van wethouder Mattheussens als ge bruiker van het aangekochte grondperceel nabij de Kerkstraat, en wel om niet ten einde geen pachtverhouding te doen ontstaan in verband met latere pachtvrijmaking van het perceel. Daarop wordt niet gerageerd, waardoor het voorstel van Burgemeester en Wethouders zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. g. folders van speelwerktuigen van de Kunststoffabriek G.A, Boer N.V. te Nieuwerdijk. Op een vraag van de heer van der Poel wat Burgemeester en Wethouders zich voor stellen voor speelruimte Leemberg en wat voor herinrichten vroegere speelplaats, antwoordt de Voorzitter dat Burgemeester en Wethouders denken aan een experimen teel begin nabij de nieuwe kleuterschool voor b.v. één of twee duidend gulden. Vervolgens neemt de Voorzitter het idee van wethouder van Dijke over om een raads commissie ad hoc in te stellen ter bestudering van de inrichting van speelruimten en wijst daartoe aan de heren van der Poel, Jansen en Verbiest, die hun benoeming aanvaarden. De heer Verbiest stipt het idee aan om de bouwers van huizenblokken ter plaatse te benaderen om een gift voor genoemd doel, waarvan de Voorzitter nota neemt.

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1971 | | pagina 55