m i«h Op de vraag van de heer Suijkerb uijk inzake de aanzienlijk verminderde inves- teringscapaoiteit (1970s f. 783.500.—, 1971° f. 248.180.—) wordt door de secretaris toegelicht dat dit enerzijds een gevolg is van een zware druk van de kapitaalslasten van in eerdere jaren gedane investeringen en anderzijds door dat de stijging van de uitkeringen uit het gemeentefonds aanzienlijk minder zijn dan in 1970. Door de heer van der Poel wordt geinformeerd naar de post subsidie jeugdwerk, met name naar het onderdeel subsidie aan bedienaren godsdienst ad f. 900. Door hem wordt gesteld dat vorige jaren alleen aan een kapelaan f. 300. werd toegekend voor jeugdwerk, terwijl thans ook aan de pastoor en dominee eenzelf de bedrag is toegekend,, Hij vraagt zich af of dit nog wel juist is gelet op het feit dat met name de pastoor en kapelaan een salaris van het Bisdom genieten en dat door deze bijdrage ook inwoners die geen geloof hebben meebetalen. Door de Voorzitter wordt toegelicht dat ook de pastoor en dominee zich inzet ten voor het jeugdwerk. Wethouder van Dijke voegt hieraan toe dat deze bijdra ge niet gezien moet worden als een salarisverhoging, doch als een subsidie om bepaalde jeugdactiviteiten te bekostigen. De heer Verbiest stelt te dezer zaken dat hij voor dergelijke door hem mede georganiseerde activiteiten nimmer een bijdrage van de pastoor heeft gekregen. De heer Verbiest merkt op dat de toegekende subsidie aan de fanfare "De Hoop'* ad f. 4.708.sterk afwijkt van de aanvrage en vraagt zich af of de fanfare voor de aanschaffing van instrumenten en uniformen - waarvoor extra subsidie is gevraagd niet heter een geldlening kan sluiten. De Voorzitter deelt hierop mede dat Burgemeester en wethouders de thans toegeken de extra subsidie ad f. 1.000. gezien de voor fanfares geadviseerde normen ijn andere gemeenten toegekende subsidies, voorlopig voldoende achten. De heer van der Poel geeft daarna in zijn ho edanigheid van bestuurslid van voornoemde fan fare een nadere toelichting op de ingediende subsidieaanvrage en stelt dat door de toename van het aantal actieve leden de kosten steeds groter worden, ergo ook het nadelig saldo. De Voorzitter zegt veel lof en waardering te hebben voor de activiteiten van de fanfare, en stelt voor deze z aak te zijner tijd nog eens te bekijken. Op verzoek van de heer Smout geeft de Voorzitter een toelichting op de geraamde uitgaven inzake de Bescherming Bevolking. De heer Smout vindt de ramingen voor aanschaffing en onderhoud van brandblus- middelen te laag, aangezien zijns inziens extra kosten gemaakt dienen te worden om de pomp van de brandweerauto beter te laten functioneien. De Voorzitter deelt hierop rnede dat de brandweerinspectie regelmatig de auto en verdere materialen controleert en dat de door deze geadviseerde onderhouds werken en voorzieningen worden uitgevoerd.

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1970 | | pagina 56