4. Drank- en Horeoaverordening. Blijkens de uiteenzetting van de Voorzitter, legt de Drank- en Horecawet, welke gedeeltelijk in werking is getreden per 1 november 1967, de gemeente I verplichtingen op en geeft daarnaast bevoegdheden tot het treffen van nadere regelingen ter uitvoering en ter aanvulling van de bepalingen Van voornoemde wet» - - - Dit laatste kan worden vervat in de instelling-van een Drank- en Horecaver- ordening, een verordening op de Drank— en Horecabelasting en een wijziging van de.-Legesverordening. Omtrent de overgelegde concept—verordeningen werden adviezen-ingewonnen bij de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in Noord-Brabant, de Inspectie voor de Drankwetgeving en de Poëtcommandant van de Rijkspolitie. Met de belanghebbende caféhouders werd contact opgenomen door de Kamer van Koop handel te Breda. De voorgestelde belasting is over het algemeen lager dan het huidige vorgun- nings- en verlofsrecht* De Raad besluit hierna, overeenkomstig de overgelegde concepten, tot in stellen van een Drank- en Horeoaverordening, een verordening op de Drank en Horecabelasting en wijziging van de Legesverordening. ff. Wijziging van de Algemene Politieverordening. De voorgestelde wijzigingen houden in hoofdzaak in een aanpassing aan de nieuwe wettelijke voorschriften van het Reglement verkeersregels en verkeers tekens en van. de Drank- en Horecawet» Daarnaast wordt een wijziging voorgesteld-welke verband houdt met het Re glement op de Watergangen.in Noord-Brabant, alsmede het doen vervallen van de vervroegde cafésluiting op Paaszaterdag. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de overgelegde concepten 'besloten. - 6. Verbefering van landbouwwegen. Met verwijzing naar vroegere mededelingen betreffende plannen tot verbetering van landbouwwegen, kan thans door de Voorzitter worden geconcludeerd, dat de - mogelijkheid tot gefasee'rde uitvoering zeer nabij is» Na overleg met de Raads- commissie-voor Openbare werken-is de keuze voor de eerste fase gevallen op de wegen nrs'. 1 en 4 van het plan, zijnde de nader-.door Wethouder van Dijke aan geduide Koeleweg en gedeelte Plaatsluis - Pappot» - - - Door de plaatselijke Boerenleenbank werd een vaste geldlening ad f.150.000. aangeboden. Daarbij dient vermeld dat voor deze afwijkende geldlening nog goed keuring nodig is van de Minister van Binnenlandse Zaken-en dat nog op-meerdere aangrenzende eigenaren een beroep voor grondafstand moet worden gedaan. Nadat de heer van der Poel nog enige vrees, heeft uitgesproken voor de toenemon- de rente- en aflossingslasten, besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming conform de voorstellen van Burgemeester en Wethouders een crediet voor de eer ste fase beschikbaar te stellen, Burgemeester en Wethouders te machtigen tot

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1968 | | pagina 14