De heer van Dijke stelt dat het oversteken van een rijweg om de winkelpanden te bereiken zich'bij elke oplossing voordoet, het.verleggen van de oversteek naar de westelijke punt niet mogelijk is gebleken, omdat het draaipunt dan te klein zou worden, en bij kermis ook in de huidige situatie winkels worden dichtgebouwd, doch dan aan de noordzijde van het plein. De Voorzitter kenmerkt het idee van de heer Suijkerbuijk tot verplaatsing van de bushalte een heel andere grootheid dan thans aan de orde is en concludeert dat deze materie zeer omvangrijk,.zeer intensief en ten koste van veel tijd is bestudeerd en behandeld waaruit de gedane voorstellen als de minst kwade oplossing te'voorschijn zijn gekomen. Nadat de heer van Gorsel zich in gelijk zin heeft uitgesproken, besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming tot intrekking van'de thans geldende verkeersmaat regelen, tot instelling van nieuwe verkeersmaatregelen, tot aankoop van de be nodigde gronden, tot beschikbaarstelling van het benodigde crediet ad f. 14.000,en tot sloping van het patronaatsgebouw, een en ander als om schreven in het prae-advies aan de Raad. De" heren Suijkerbuijk eb. van der Poel .wensen aantekening te hebben tegenge stemd. Aan het verzoek van de heer van Gorsel om de grondaankopen ter zijnertijd nog aan -de Raad voor te leggen,, zal worden voldaan. De heer Matthpussens vraagt een wegwijzing voor de Legerplaats op het punt Aanwas - Burg.Voetenstraat en de heer Verbiest een snelheidsbeperking op Ca'lf- van nabij de Bergstraat en de Trambaan. De. Voorzitter zal beide v'erzo'ek.en aan de Provinciale autoriteiten voorleggen. Naar aanleiding van de opmerking van de heer van der Poel dat hij het gevaar lijke kruispunt Molendreef - Bevrijdingstraat bij de voorgestelde verkeers maatregelen heeft gemist, antwoordt de heer van Dijke dat het gemeentebestuur zich daarover nog zal beraden. 9. Wijziging bestemmingsplannen. a. Bestemmingsplan Calfven. De Voorzitter geeft in.het kort de voorgeschiedenis t.a.v. de bestemmin- gen Calfven s'inds 1943, waaruit blijkt dat Gedeputeerde Staten de door de Raad gegeven bestemmingen reeds .driemaal achtereen hebben afgewezen. Daarbij is laatstelijk door Gedeputeerde Staten herinnerd aan hun wette lijke bevoegdheid 'om zelf een dergelijk plan vast te stellen. Burgemeester en Wethouders hebben gemeend thans een mogelijk haalbar© middenweg te moeten z.oekenr?"et een bijna onbeperkte uitbreiding, doch ook geen totale bevriezing.' De heer van Gorsel vestigt er de aandacht op dat tot op heden zonder goedgekeurde wijziging kan worden gebouwd. Hij vraagt zich af of deze niethode niet kan worden gehandhaafd en blijft het jammer vinden dat Calfven over 50 j aar met uitsterven wordt - bedreigd en dat dergelijke wijkbelangen en de gemeentelijke autonomie bij Gedeputeerde Staten zc

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1967 | | pagina 15