c. Brief d.d. 7 november 1966 van de Intercommunale Reinigingsdienst waarin vermeld dat op 14 november j.l. gestort is in de nieuwe vorm. d. Rapporten d.d. 9 september 1966 van het Verificatiebureau inzake controle over het 3e kwartaal 1966. Conform de voorstellen van B. en W. worden de stukken als vermeld onder de let ters a, c_ en d. voor kennisgeving aangenomen en het crediet als vermeld onder b beschikbaar gesteld. 4. Vergoedingen ingevolge artikel 101 ,van de Lager Onderwijswet 1920. Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming het bedrag als bedoeld in artikel 101 der L.O.wet voor 1967 vast te stellen op f. 85.per leerling voor lager onder wijs en de voorschotten voor 1967 als volgt: R.KJongensschool 207,2/3 L.L. x f. 85.— f. 17.651.67 R.K. Meisjesschool 191,2/3 1.1. x f. 85.™ - - 16.291.67 5. Begroting van de takken van dienst en algemene dienst 1967. De Voorzitter geeft een overzicht van de begroting 1967 van de algemene dienst, welke een tekort op de gewone dienst vertoont van f. 69.26,2.79. Dit tekort wordt voor een g;root gedeelte veroorzaakt door de kapitaalslasten welke onder de benaming van nog te doene kapitaalsuitgaven op deze begroting drukken, en nader gespecificeerd op een'aparte bijlage zijn vermeld. Vervolgens verwijst spreker naar het overgelegde rapport van de raadscommis7 sie, waaruit blijkt dat deze geen op- of aanmerkingen inzake de onderzochte begrotingen heeft gemaakt, alsmede naar de aan de raadsleden toegezonden bor derel met toelichting. De Voorzitter stelt de vraag of over de concept-begrotingen in het algemeen, danwel over de afzonderlijke posten - te beginnen met de bedrijfsbegrotingen - het woord wordt gewenst. De heer Suijkerbuijk verwijst naar zijn ingezonden brief waarin tot uitdruk king wordt gebracht dat de in de begroting opgenomen subsidie-posten voor de fanfare "De Hoop" en de Carnavalsvereniging onvoldoende 'zijn. De culturele verenigingen die een geestelijke verrijking van de gemeenschap betekenen, wor den zijns inziens stiefmoederlijk behandeld. De Voorzitter benadrukt de grens van de financiële mogelijkheden in het licht van het begrotingstekort en de nog op stapel staande plannen. Op de subsidiering van de fanfare willen burge meester en wethouders de volgende vergadering terugkomen. ■^e Voorzitter, die waardering uitspreekt voor degene.', die het carnavalswerk

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1966 | | pagina 46