Bi Rondvraag* De heer de Koning stelt, dats a* de putten door de faecaliënzuiger niet altijd öp de harige geven dag wor den gefuimd; b. het uitzicht op de hoek van de Lievevbouwëstraat-Bevrijdingsstraat word belemmerd door te hoge struiken in de voortuinen aldaar De Voorzitter zal beide punten doen nagaan. De heer de Dooij vraagt aandacht voor: a. het aanbrengen van het uurwerk in de toren; b. de putten in het wegdek van de O.L.Vrouw ter Duinenlaan als gevolg van de aanleg van de riolering. De Voorzitter deelt mede dat gewaoht moet worden op respectievelijk een te maken stalen steiger en het ophalen-van de putten door de betrokken aannemer. Op desbetreffende vragen van de heer Hugens antwoordt de Voorzitter d - de abonnees van de reinigingsdienst verplicht zijn de nieuwe vuilmccar te nemen, bij invoering van de nieuwe regeling; - Burgemeester en Wethouders zich nog beraden inzake de situering van de nieuwe begraafplaats; - het formeren van een vaste dragersploeg voor begrafenissen niet tot de taak van de gemeente behoort; - tegenover het pand Lievevrouwestraat 1 volgens het uitbreidingsplan nieJ mag worden gebouwd. De heer van Gordel vraagt - nu uit mededelingen in deze vergadering te concluderen dat het de bedoeling is bij de huidige huisvuilophaaldiensJ ook de oude emmers e.d. nog te ledigen - het personeel van de reinigings dienst in dien zin te instrueren. De Voorzitter zegt zulks toe. Aan het slot van deze vergadering richt de Voorzitter zich tot de vit raadsleden die in de volgende zittingsperiode niet als zodanig terugkeren Hij betreurt het afscheid te moeten nemen van deze achtenswaardige i gezetenen, die als raadslid zorgvuldig en onbaatzuchtig het belang van de gemeente hebben gediend, en de meeste van hen gedurende een zeer lange ti

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1966 | | pagina 35