c. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot verkoop van de grond, gelegen hoek Zr.M.Adolphinestraat—Kerkstraat. 15. Rondvraag. De heer de Dooij stelt vragen ten aanzien van de benoeming van personeel van de Intercommunale reinigingsdienst en het schoonvegen van de straten dat door de gemeente in bepaalde straten wel en in andere nie't wordt verzorgd. De Voorzitter noemt als benoemden de heren Cloots en Jacobs, personeels leden van deze gemeente en de heer A. Kil uit Putte. Met betrekking tot het straatvegen stelt de Voorzitter dat uitbreiding van werk thans niet mogelijk is, dat er daarnaast een personeelsstop geldt, doch dat Burgemeester en Wethouders zich thans-na de benoemingen voor de intercommunale reinigingsdienst - kunnen gaan beraden over de verdere reor ganisatie van het buitendienst-apparaat-r Op de vfaag van de heer de Vos waarom dan de ruimte voor twee vacatures op de begroting *1966 werd geschrapt,antwoordt de Voorzitter dat zulks op aandringen van de provinciale griffie is geschied. Het idee van wethouder van Dijke om met de drie gemeenten een straat veegmachine te exploiteren, zal door de Voorzitter in de commissie van de Intercommunale Reinigingsdienst worden besproken. De heer de Vos vraagt het zand in de Koningin Wilhelminastraat te -ver- wijdereno De Voorzitter betwijfelt of daarvoor tijd beschikbaar is. De heer Smout wijst op het gevaar van de uitweg van de Oude Dijk op de Langewe'g, als gevolg van de hoge heg ter plaatse. Volgend de heer 'den Ouden zou vervanging van de heg tot aan de voorgevel lijn, door een muurtje een afdoende oplossing geven. De Voorzitter zegt toe dat hierover contact met de eigenares zal worden opgenomen. Blijkens mededeling van de heer de Dooij wordt het rijwielpad van de Oude Dijk bij veel regen herschapen in een watergoot, als gevolg van de te hoge berm. Volgens de Voorzitter zal getracht moeter/worden dit soort werkzaamheden mechanisch te doen verrichten.

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1966 | | pagina 29