I c lo 6. Begroting 1962. rende°ifrer d®eU.mede dat de begrot^voor het dienstjaar 1962 P-edu- Omissie^ftVe°l£?Sehebbe" geleee" en werden door een ^Chrnwia™lrnw?--S"leen.tel!jegr0tins 1962 geeft de Voorzitter een over- ultïïven eïï J 1 ma'sw onderhavige begroting, met aan inkomsten en uitgaven elk f. 1.012.665.voor het eerst sinds jaren weer sluitend is' vafeefsnb? att0Sr°tinf SOn UOrden ™rkre8en d00r Obortijds de toekenninf van eensubjectieve verhoging uit het gemeentefonds, krachtens de oude financiele-verhoudingsregeling ter grootte van f. 40.000.— en ander- zijds door het in werking treden van de nieuwe financiële Verhoudingswet Rijk en Gemeenten 1961. Deze begroting 1962 is daardoor f. 40.800.gun stiger dan de oorspronkelijke begroting 1961, welke een tekort tot ge noemd bedrag vertoonde. Voor de verdere posten die op het verschil van de begrotingen 1962 en die van 1961 betrekking hebben, verwijst de Voorzitter naar de inhoud van de aan de Raadsleden toegezonden borderel, waarin ook de toelichting is vermeld op de geraamde posten 1962. De begroting Woningbedrijf vermeldt aan baten en lasten een bedrag van elk f. 58.723.98, waarin opgenomen een netto exploitatie-tekort van f. 226.45. (in 1961 f. 183.63). De kapitaals-ontvangsten en -uitgaven Woningbedrijf bedragen elk f. 43.592.56. De begroting van het Maatschappelijk Hulpbetoon vermeldt aan inkomsten en uitgaven elk f. 34.792.23, waarin begrepen een gemeente-subsidie van f» 32.500.—, gelijk aan 1961. Uit het Rapport van de Raadscommissie, dat door de Voorzitter wordt voor gelezen, blijkt dat geen op- of aanmerkingen door de Commissie werden gemaakt. Vervolgens stelt de Voorzitter de Raadsleden in de gelegenheid om het woord te voeren en vragen te stellen over de begroting in het algemeen, en/of over de afzonderlijke posten. De Heer van Dijke vraagt of de raming op volgnr. 73, voor Rijksbijdrage O.C.I.O+weg betekent dat de O.C.1.0.-complexen in 1962 nog niet in ge bruik worden genomèn, hetgeen met betrekking tot de werkgelegenheid te betreuren zou zijn. De Voorzitter moet tot zijn spijt bevestigen dat met die mogelijkheid rekening moet worden gehouden, nu de Hembrug nader gaat onderzoek of vestiging verantwoord is. Op verzoek van de heer Schroeijers wordt een nadere toelichting gegeven op de posten geraamd bij volgnr. 222 (bijdrage in de kosten faecaliënzui- ger) en volgnr. 424A k (premies ingevolge de kinderbijslagwet). De heer van Gorsel vindt de vergoeding per leerling ad f. 45»waarop de raming bij volgnr. 234 is gebaseerd aan de lage kant. De Voorzitter antwoordt dat dit bedrag voor 1961 door de inspecteur van het Lager-Onderwijs toereikend werd geacht. Nadat niemand meer het woord verlangd, wordt voorgesteld: a. de begroting van baten en lasten 1962 en kapitaalsontvangsten en -uit gaven 1962 van het Woningbedrijf vast te stellen volgens overgelegd concept; b. de overgelegde begroting 1962 van het Maatschappelijk Hulpbetton goed te keuren; 0 1

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1961 | | pagina 38