rx x :0v r: x c v .j cx c 'iv ..oo r: xc xc x ov r; 1 xxxx: gl n- 1 o 3 Cx ,rx o x/ rx x 1. tx. - 0 0 1 .xxc iv .Cx.x xc'" x x xx' a: .xc: x f o :c.: rx xc 0". r: n -x X' c ::xx .3., o c n c xc; rx 2. Beroep inzake wijziging wegenlegger. De Voorzitter deelt mede, dat deze spoedeisende vergadering is belegd naar aanleiding van een oproeping van de Raad van State, afdeling voor geschillen van bestuur dd. 6 januari 1353. Het betreft het beroep ingesteld door Gebrs. van den Bergh tegen het besluit van Gedeputeerde Staten, houdende vaststelling van de eerste wijzigingslag er van de wegenlegger; dit is deweg tussen Middelstraat en Langstraat, ter hoogte van houthandel van Thillo naar J. Wierckx. De gang van. zaken was .als volgtt Op 26 juli 1954 kwam een schrijven in van de omwoners, met het verzoek de nodige maatregelen te nemen tegen het omploegen van deze weg» Overeenkomstig de bepalingen van. het wegenleggersbe sluit, werd deze kwestie voorgelegd aan Gedeputeerde Staten, vergezeld van: het verzoek deze weg alsnog op de wegenlegger te brengen, omdat o.i. deze weg altijd openbaar is geweest. Op 26 oktober 1954 heeft een bespreking plaats gehad tussen een Si aantal' belanghebbenden en Burgemeester en wethouders» De inhoud van deze bespreking werd medegedeeld aan Gedeputerde Staten, Ou 9 februari 1955 werd door Gedeputeerde Staten een ontwerp van de wijziging van de wegenlegger opgemaakt, waarbij deze weg op de legger werd geplaatst als nr, 103. Dit besluit werd ter i openbare kennis gebracht en een zitting voor het inbrengen van bezwaren werd alhier gehouden op 30 maart 1955» A-alleen een schriftelijk bezwaar werd ingebracht en. wel door Gebrs, van den jj Bergh. Een. en. ander werd ter kennis gebracht bij brief van 1 april 1955, waarin dezerzijds stelling werd genomen tegen het bezwaarschrift van van de Bergh? Op 2 mei 1956 werd door Gede puteerde Staten besloten, tot ongewijzigde vaststelling van de wijzigingslegge-r» Ha openbare kennisgeving daarvan, werd tegen dit laatste besluit beroep ingesteld door Gebrs» van den Bergh, f| d.d» 22 juni 1956» Si Dit beroep wordt nu behandeld in de zitting van de Raad van Staten, dit op woensdag 5 februari 1953» Het is waarschijnlijk dat Gedeputeerde Staten te dezer zitting j|| hun besluit van 2 mei 1956 zullen verdedigen. De vraag rijst of het noodzakelijk is dak de gemeente ter zit ting komt, al of niet met rechtsgeleerde raadslieden. - Burgemeester en wethouders vragen hieromtrent de mening van. de Raad. Uit de mededelingen van de Voorzitter - ir, antwoord op diverse vragen, uit de Raad - blijkt dat: deze weg nimmer op de legger heeft gestaan; v.d.Bergh eigenaar van de betreffende grond blijft; Gebrs. van den Bergh door Gedeputeerde Staten, eis onderkou,Gs*. plichtige werden aangewezen; deze weg voor de gemeente zelf niet erg belangrijk is, maar wel voor een aantal omwonenden, die volgens de mening van. Burgemees ter en wethouders tevens het recht aan hun zijdehebben; de naastbijliggende weg van Wed, van. der 'enne naar Wed. van- Hoof op de legger voorkomt; do gemeente in feite geen partij is, doch Gedeputeerde oma ten en Gebns, van. den Bergh. Tijdens de verdere bespreking blijkt, dat: de haèr Mattheeussens voorstander is een rechtskundige door de gemeente af te vaardigen, alleen ais Gedeputeerde Staten dit. nalaten, gezien, de kosten voor de gemeente; De heer de Dooij het nodig acht de omwonende belanghebbenden r. £i c; - - £i 'O"; v cx OS f,o C 3.' XX 0* X C C 3X~_ C XX. :X C.XXO "X'O X XXX X c XXX, 0: X li IL ■j x 0 X c U - - 0 XX X" x XX X.

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1958 | | pagina 3