w
O
X C
v
Woningbouw.
De Voorzitter deelt mede dat nog een verzoek is ingekomen
van de Ambachtsschool O.L.Vrouw ter Duinen voor het bouwen
van 2 woningen door de gemeente, n.l. êên voor de direc
teur der school en êên voor een leraar, om reien dat de Joma
2 van de 4 woningen voor de leraren niet in haar plannen
heeft opgenomen, waarschijnlijk omdat de directeujérswoaing
van grotere inhoud moet zijn.
De hern Smout en van Dijke betwijfelen de spoedige reali
sering van de Joma-woningen.
De Voorzitter heeft - na het contact van wethouder Matheus-
sens met de Joma - wel hoop daarop en zegt op verzoek van
Dhr. van Dijke toe,in de: volgende raadsvergadering de vor
deringen hieromtrent mede te delen.
Nadat enkele raadsleden ook de urgentie van enkele woningen
voor krepeergevallen ter sprake hebben gebracht, wordt
door de Voorzitter voorgesteld het bouwen door de gemeente
van 5 woningen, n.l. 2 voor O.L.Vrouw ter Duinen, 2 voor
krepeergevallen en 1 voor de postcommandant rijkspolitie,
en daarvoor een geldlening aan te vragen, dit laatste in
clusief de wegdoorbraak.
De Raad besluit hiertoe zonder hoofdelijke stemming.
Voor het geval de te verkrijgen geldlening niet toereikend
zou zijn, verklaart de Raad zich akkoord met de beslissing
welk deel moet worden uitgevoerd, later te nemen; evenzo
de plaatsing van de 2 woningen voor krepeergevallen.
De Voorzitter schorst hierna de openbare vergadering om
over te gaan in besloten vergadering voor de behandeling
van het verzoek van J.J.Vriens.
Na heropening van de openbare vergadering, stellen Burge- y
meester" en Wethouders voor, het verlenen van een._ garantie
van een door J.J.Vriens aan te gane geldlening bij de
Boerenleenbank of derden ad 12.200,rente maximum
looptijd 20 30 jaar, ten behoeve van de bouw van een
premiewoning.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform dit voorstel van
Burgemeester en Wethouders besloten.
Rondvraag.
Dhr. Jacobs informeert naar de aansluiting waterleiding
onrendabele gebieden.
De Voorzitter antwoordt, dat een brief van het Ministerie
werd ontvangen, dat tegen uitvoering in afwachting van fle
rijkssubsidie geen bezwaar bestaat. De Waterleiding Mij.
heeft echter nog geen antwoordt gegegsven^op onze brief
t.a.v. de overbrugging van deze rijkssubsidie.
Dhr. Mattheeussens brengt de wenselijkheid naar voren,
Gedeputeerde Staten te wijzen op de moeilijkheid jua.v.
de financiële verantwoording van de Wethouders i.v.m. de
bewaking der begrotingsposten.
C 0