to c »oa r - 10 Naar aanleiding van het in een vorige vergadering genomen besluit tot ruiling van de eigendom van de af te sluiten openbare wegen nrs» 63 en 78 nabij de Legerplaats, met de eigendom van de nieuwe in te stellen verbindingsweg langs het militair oefenterrein, werd door de Genie deze eigen dom betwist. lis gevolg daarvan hebben Burgemeester en wethouders zich tot het kadaster te Breda gewend, die in antwoord daarop heeft medegedeeld dat de onderhavige eigendom niet kan. worden nagegaan. Nu de eigendom van de nieuwe weg van het Rijk zou moeten worden verkregen, moet daartoe een zeer omslachtige proce dure gevolgd worden. Zelfs de overdracht van het onderhoud van deweg vergt een Koninklijk besluit. Daar de eigendom tevens van weinig belang is voor de ge- me ent.e stellen. Burgemeester en wethouders voor de voorwaar* den van de eigendom niet te stellen en het besluit tot grondruil in te trekken. Wel zal Vastgehouden moetenworden aan de voorwaarde dat deze nieuwe weg; op de wegenlegger wordt geplaatst, ter zekerheid waarvan Burgemeester en wethouders de uitvoering van het Raadsbesluit tot onttrekking van de beide wegen aan het openbaar verkeer zullen opschorten. Hierna besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemeester en wethouders. j. Brief van de Beeldhouwer van Poppel te Breda dd. 8 april 1937, houdende mededeling dat de kosten van het bevrijding! monument door diverse omstandigheden zijn verhoogd. Op 4 januari 1956 werd geraamd f, 5*000.—Bij de beoor- deling door de Brabantse Adviescommissie ven het oorspron kelijk ontwerp werd gesteld dat het monument groter moest worden en zwaarder. Hierdoor zijn dus de materiaalkosten en arbeidskosten, aanmerkelijk gestegen. De Kosten zijn thans te stellen op f. 5.500. Burgemeester en wethouders stellen daarom voor het oor spronkelijke uitgetrokken bedrag met f. 500.— te verhogen. 1 Sevens zouden Burgemeester en wethouders het wenselijk achten dat rond het pleintje nabij het gemeentehuis een laag muurtje wordt geplaatst, om het oplopen en opwaaien van papier e.d. te voorkomen. Nadat de heer Mattheussens heeft gezegd er prijs op te stellen dat in de toekomst een dergelijke kostenverhoging in een vroeger stadium aan de Raad wordt voorgelegd, brengl de heer van Dijke de eigendom van de onderhavige grond ter sprake, waarvan dé Voorzitter meent dat deze eigendom van de Diaconie&scy is, mede daar deze schriftelijk toestemming voor de plaatsing van het monument heeft verleend, fe Voorzitter zeil dit nagaan en zo nodig een erfpacht 0$ opstalrecht vestigen. De Raad verklaart zich hierna zonder hoofdelijke stemming aceoord met verhoging van het kosténbedrag voor het monu ment van f. 5000.tot f. 5500.en het plaatsen van l een muurtje rondom het plein nabij het gemeentehuis, waar- voor te doen inschrijven door de plaatselijke aannemers; de heer van Dijke echter op voorwaarde, dat vaststaat dat dit muurtje eigendom van de gemeente wordt. i ft-. I - i- -- j,., J O o j J C - --"v -0 T^: o" V £i\ j. i - u" -jC 0

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1957 | | pagina 14