/J - Oi^
De heer-Ant.Hugens vraagt of het weggetje van de Middelstraat naar
de Laagstraat, waar Gebrs. van den Bergh aanapraak op maken, gesloten
blijft,.
De Voorzitter antwoord dat ingevolge het besluit van Gedeputeerde Sta
ten genoemd weggetje op de legger geplaatst moet worden, doch dat tegen
dit besluit door gebra. van den Bergh doof tussenkomst van hun advocaat
hoger begoep is aangetekend»
De heer de Vos zegt dat vroeger is gesproken over het vuil water in de
straatgotea, dat de politie-verordening dienaangaande dient gewijzigd,
.aar dat tot bode» toe nog ni.te ie geteurA
De Voorzitter zegt hierop de volgende keer te zullen antwoorden.
De heer de Vos zegt dat geen kenteken is aangebracht op de onbewoonbaar
verklaarde woningen en dat de bewoners niet zijn aangezegd de woning
te ontruimen. Hij vraagt of dit niet in strijd is met de wet» Volgens
hem vond de onbewoonbaarverklaring plaats zonder kennisgeving aan de
eigenaren»
De Voorzitter antwoordt dat van de onbewoonbaarverklaring de eigenaren
van te voren in kennis gesteld werden. Wat betreft het niet ontruimen
van de onbewoonbaar verklaarde woning, dit houdt verband met get gewij
zigde standpunt van de Inspecteur van de Volksgezondheid, wat in een
periode van woningtekort te begrijpen is.
Verder vraagt de heer de Vos hoe de aanbesteding van de brandweergarage
is geschied, en voor welk bedrag de bouw hiervan is gegund®
De Voorzitter antwoordt, dat de aanbesteding onderhands is geweest en
dat de bouw is gegund aan de laagste inschrijver voor een bedrag van
1/.5G0»—
Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzitter de vergadering met
gebed.
Aldus vastgesteld in de openijQre raadsvergadering
do
van i*. *v
Be Wethouder, De Voorzitter,