'ov ex ex.: xrrooi. vo n.ex: ::x* ax re vo ;.x: :x 1. xx vox. ,1 ax: v :xx w -O. exx'x: x «v. f;x, x. Cx x V; r: rxxv ix .i i o: i I'V tc rjslxoe I jlixv v r. x o I i: v o x .ox ncr v, -wo xe rx. ix v:x. x I xo; :x x. xc X i;x: .X x iv. n: x.'x sx 1 nx I De Voorzitter antwoordt, dat de openbaarheid van deze weg werd onderzocht en dat thans een plan van Gedeputeerde Staten ter inza ge ligt om alsnog deze weg op de wegenlegger te brengen. De heer Dekkers informeert of in de Algemene Politieverordening geen voorschriften zijn ©pgenomen. voor het sneeuwvrijmaken van de trottoirs. De Voorzitter antwoordt dat de politieverordening daarvoor bepa lingen inhoudt; dat zich echter moeilijkheden kunnen voordoen als de sneeuw op de rijweg wordt gedeponeerd, doch dat hij de politie zal instrueren op bedoelde bepaling toe te zien. De heer Maurits vraagt of de gemeente geen aanplakborden kan plaat sen in het dorp, bij het Beeldje en op het Calfen. Nadat de heer de Vos zich voorstander van dit plan heeft getoond, zegt de Voorzitter toe dit in het College van Burgemeester en wethouders te zullen overwegen. De heer Schroeijers zegt dat het pand van J„B.Schroeijers in de Molendreef een ander huisnummer werd geplaatst, dan was tpegezegd» De Voorzitter za$ di1! doem nagaan. De heer Schroeijers wijst er verder op dat de gemeentewoningen verveloos zijn en onvoldoende worden onderhouden. Zelf heeft hij een verzoek ingediend tot reparatie van een lekkend dakraam. Hij vraagt of het nog steeds niet mogelijk is deze woningen te verkopen. De Voorzitter deelt mede da.t hij de bedoelde reparatie zal doen nagaan en omtrent de mogelijke verkoop der woningen nog steeds geen antwoord van de Minister heeft ontvangen. De heer de Vos oppert de mogelijkheid de bewoners der gemeentewo— ningen verf te verstrekken, voor zover zij bereid zijn zelf te ver ven. De heer Schroeijers zegt naar aanleiding daarvan, dat volgens de aanschrijvingen het verfwerk voor rekening van de gemeente is. De neer ae Vos zegt dat de Burgemeester hem destijds desgevra,agd heeft medegedeeld dat de weg van van de Bergh tussen de Middelstr. en Laagstraat geen openbare weg was. De Voorzitter antwoordt dat toen waarschijnlijk bedoeld is dat deze niet op de legger als openbare weg was aangegeven. Nadien is eerst het ontwerp-besluit van Gedeputeerde Staten gekomen om bedoelde weg alsnog op de legger te brengen. De heer de Vos wil nogmaals wijzen op de noodzaak voor een kinder speelplaats, alsmede een gelegenheid om te rolschaatsen; daar het voor de bewoners in het dorp niet prettig is en de trottoirtecels sterk slijten. De Voorzitter antwoordt, dat dit 2 verschillende problemen zijn en dat door Burgemeester en wethouders reeds is gedacht om het Marktpleintje van dubbel dikke tegels te voorzien voor het rol schaatsen. Hij zal dit echter nogmaals in Burgemeester en wethou— dersvergadering ter sprake brengen. De heerde Vos wijst op de ontoelaatbare toestand in de Koningin iIhelminastraat door het op de weg deponeren van vuil water, dit in strijd met de artt. 156 en 151a de Politieverordening. De Voorzitter zegt toe de Politie nogmaals op de overtredingen te sullen attendenen, waarna de heer de Dooij nog wijst op de moeilijk heden bij net schuren met waswater. - <r - ..XX - c "XXX c IV "X j. Xu 0 "i::ruuioii 1 - Oj; 1. 1.0 X- sX IXX XX 0 O 'X. r: I V IX.; X X; VX,J X -X O -L O XJjj rX, XC X .1 '0 XX XX .1 L.x; CO X AGO '0 GO U 'i l: 10 0 1 0. A: 0' D 1.0 J

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1955 | | pagina 13