--.p.. --
Ha heropening van de openbare vergadering wordt namens Burgemees
ter en wethouders voorgesteld
ade kwestie van de hiiisvuii.ophaaldienst aan te houden®
b. Burgemeester en wethouders te machtigen tot aankoop van de beno
digde grond voor verbreding van de tolgangswig naar het Indus
trie-terrein en de b etreffende post op de begroting te verhoge
van f«50.000®- tot f. 55.000.—
Beide v oorstellen, worden zonder hoofdelijke stemming aanvaardt.
RONDVRAAG.
De Heer Mattheussèhs zegt in de vergadering van Burgemeester en
wethouders reeds een vraag te hebben gesteld, doch daarop nog geen
antwoordt te hebben ontvangen, n.l. of de destijds ingezamelde gel
den reeds aan het rampenfonds zijn overgemaakt.
De Voorzitter antwoordt ontkfennend.
de heer Mattheussens dringt er op aan dat dit axxx alsnog gebeurd,
aangezien de kans be staat dat het Nationaal Rampenfonds na verloop
van tijd het innemen van gelden zal afsluiten.
De Voorzitter licht toe dat deze gelden niet door de gemeentereke
ning zijn gelopen, 'doch hij zal een en ander aan de gemeente-ont
vanger, die deze gelden in zijn bezit heeft opvragen..
De heer Mattheussens vraagt wat er moet gebeuren ijiet de aangespoeld
de goederen, die nog niet zijn teruggehaald.
De Voorzitter zegt dat betrokkenen blijkbaar voor het materiaal
dat thans nog niet is afgehaald, geen belangstelling meer hebben.
De heer Mattheussens vraagt zich af of de gemeente het recht heeft
tot verkoop over te gaan, aangezien andere gemeente daarbij moei
lijkheden hebben ondervonden.
De Heer Mattheussens brengt naar voren dat nog steeds geen nader
voorstel is ontvangen van het Ministerie van Oorlog t.a.v. het
gebruik van de gemeentebossen door de militairen.
De V oorzitter licht toe dat destijds alleen een aanbod is ontvan
gen voor verkoop van de bossen. Door de gemeente is daar na ge
vraagd de voorwaarden voor verhuur kenbaar te maken, doch hierop
is nog steeds geen antwoord van het Ministerie ontvangen.
De heer Mattheussens vraagt verder of de gelden voor de bijdragen
van de Oude-Dijk al zijn ontvangen, waarop de Voorzitter ontkennend
antwoordt.
De heer de Vos vraagt welke gelden dit zijn.
De Voorzitter zet uiteen dat hetbhier een verplichte bijdrage be
treft van het Polderbestuur aan de gemeente, in het onderhoud van
de weg op de Oude-Dijk, Destijds is hiertoe met de Zuidpolder een
contract gesloten. Enkele jaren geleden is er echter een overESJösx
koepelend orgaan gevormd n.l. de Noordkil van üssendrecht.
Sinsdien heeft de gemeente deze bijdrage niet meer ontvangen. Het
bestuur van de Noordkil van Ossendrecht is verschillende malen om
deze bijdrage gevraagd, doch tot op heden zonder resultaat.
De heer de Vos vraagt hoeveel jaren achterstand het hier betreft?
waarop de Voorzitter antwoardt dat deze achterstand ongeveer van££
1950 dateert.
f- O
r;