NOTULEN van de openbare vergadering van de Ha ad der
gemeente Ossendrecht, gehouden op Vrijdag 19 December
1952, des avonds te 8 uur in het gemeentehuis.
Aanwezig zijn de heren: Adr, de Dooij, J.P.J.M,JacobsJ.Ruissen, Adr.
den Ouden, P.J, de Vos, J.J. van Dijke, <T,B.
Smout en M, Maurits.
Afwezig met kennisgeving de heer: C.J.A.M.Mattheussens.
Afwezig zonder kennisgeving de heer: W» Wouters en P.C,Bekkers
Voorzitter: F^oAbTJ®» Vos de Wael,
Secretaris: L» Mous,
De Voorzitter opent de vergadering met gebed.
Tot voorstemmer wordt aangewezen nummer 3 van de presentielijst, de
heer Adr. den Ouden»
1» Vaststelling notulen van de vergaderingen
van 26 en 27 September 1952.
Zonder hoofdelijke stemming worden deze ongewijzigd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken
a. Verzoeken van A. van Paassen en J.J» van der Reep om vergoeding
ingevolge artikel 13 L.O.wet 1920 voor schoolbezoek te Ossendrecht
Burgemeester en wethouders stellen voor de gevraagde vergoeding
te verlenen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van Burge
meester en wethouders besloten.
b. Schrijven van heren Gedeputeerde Staten dd0 15 October 1952 G.Br»
21295 S#B», betreffende keurloonverordening»
De Voorzitter zegt dat Gedeputeerde Staten in overweging geven om
in artikel 2 lid 1, de omschrijving over te nemen, als aangegeven
door de Minister van Sociale Zaken,
Burgemeester en wethouders stellen voor om te antwoorden overeen
komstig de overgelegde brief van de heer Directeur van de Vlees
keuringsdienst te Bergen op Zoom, dd. 12 November 1952.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
c» Schrijven van Heren Gedeputeerde Staten dd. 26 November 1352, G.
Nr, 44531 betreffende vergoeding raadsleden.
De Voorzitter licht toe, dat ingevolge het Raadsbesluit van 26
September 1952, aan Gedeputeerde Staten is verzocht de presentie
gelden voor Raads en commissie-vergaderingen vast te stellen op
f# 6»Gedeputeerde Staten maken hiertegen bezwaar en noemen een
maximum van f. 5»voor Raadsvergaderingen en f. 2.50 voor com
missie- en Afdelingsvergaderingen»
De Voorzitter noemt de motieven die door Burgemeester en wethou
ders naar voren zijn gebracht, doch. deze hebben in het standpunt
van Gedeputeerde Staten geen verandering kunnen brengen.
De heren de Vos en Ruissen merken op dat h.i. geen andere motie
ven, dan die genoemd door de Voorzitter, zijn aan te halen.
Op de vraag van de Voorzitter, welke leden wensen vast te houden
aan het oorspronkelijke bedrag ad f. 6.--, wordt niet gereageerd.
Het hierop volgende voorstel van Burgemeester en wethouders, 0$