5, Wijziging legesverordening» De Voorzitter deelt mede dat jaarlijks aan circa 100 Belgen een jachtakte wordt uitgereikt, waarvoor de gemeentelijke leges f. 5#—f. bedragen# Uit een schrijven van de Jagersvereniging De Schelde- zonen te Lillo, waarbij bovenbedoelde jagers merendeels zijn aan- gesloten, blijkt dat het gevaar bestaat dat de Belgische jachtakte houders hun akten in de komende jaren in andere gemeenten zullen halen, alwaar de gemeentelijke leges slechts f, 3.— bedragen# Burgemeester en wethouders stellen daarom voor de leges voor lacht- akten te verlagen tot f# 3#—# m Het lid Smout informeerd of het gewenst is dat de jagers buiten de gemeente het alhier aanwezige wild opruimen, waarop de Voorzitter antwoord dat het hier betreft Jagers die veelal jagen op de Domein- gronden. Hierna wordt hei» voorstel van Burgemeester en wethouders zonder hoofdelijke stemming aangenomen, 6o Wijziging algemene Politieverordening# De Voorzitter deelt mede dat enkele dagen na het besluit, gevallen in de Raadsvergadering van 9 Juni 1950 tot wering van de automaten uit de cafe's een gemotiveerd bezwaarschrift is ingediend geworden namens dhr# Holstein, vergez&ld van een deskundig rapport, waarin betoogd wordt dat de automaten van de heer Holstein geen hazardspel opleveren en verzocht wordt de desbetreffende bepaling zodanig te ji stellen dat geen hazardspel opleverende automaten door deze verbods bepaling niet getroffen worden. Voorts is ingekomen een request van een aantal caféhouders waarin verzocht wordt"deze automaten alsnog te mogen plaatsen tegen betaling van f40.per jaar Vermakelijk heidsbelasting) De Voorzitter zegt dat Burgemeester en wethouders van mening zijn dat o.a, door het deskundig rapport een ander licht op deze kwestie wordt geworpen en verzoeken de Raad zijn mening hieromtrent kenbaar te maken* Het lid Ruissen vraagt nadere inlichtingen, omtrent het niet ter goedkeuring inzenden van het in de vorige vergadering genomen be- j sluit hieromtrent. De Voorzitter zegt dat aan de hand van het ingekomen deskundisr rap port de zaak anders is dan door Burgemeester en wethouders werd vooi gesteld, oorzaak is geweest om deze kwestie alsnog aan de Raad voor 1 te leggen. Het lid Dekkers vraagt zich af wanneer niet bewezen is dat hetgeen li&z&i*dsp@X is da R&ad hai iraolrt tiBeft om da550 op rulman» Het lid Mattheussens zegt dat de bevoegdheid over het al of niet ver-wij deren bij de Raad berust, 1 Het lid den Ouden wijst op het rapport van de Commandant van d© Rijkspolitie waaraan de Raad voldoende houvast heeft. Het lid Ruissen vraagt naar het voorstel van Burgemeester en Wethou- ders, waarop de Voorzitter zegt dat Burgemeester en wethouders de mening van de Raad wensen te vernemen, doch dat zijn persoonlijk voorstel is om ze op te ruimen, Wethouder Mattheussens zegt dat het z.i, zo ligt dat wanneer zij P werkelijk zo slecht^ zijn van overheidswege toch nog altijd kan wor den ingegrepen# 1

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1950 | | pagina 13