De heer Dekkers meent dat de hegrafenissen al te primitief geschie den, Het' is voorgekomen dat een boerenkar als lijkkoets dienst deed» Hii acht het gewenscht dat de gemeente een lijkkoets aansc.„L9.it, De Voorzitter is het hiermede eens, doch is van meening dat het Kerk- b e stuur "jtiïërvo or moet zorgen. De heer Jacobus meent dat de lijkkoets van de Kerk bouwvallig is en is van meening, dat hier de Kerk of particulier initiatief voor moet zorgen De heer de Tos is van meening, dat, waar kerkelijk of particulier initiatief achterweg blijft, de gemeente hiervoor dient te zorgen. Hü stelt voor, dat burgemeester en wethouders deze aangelegenheid onder het oog nemen en de volgende vergadering met dit punt naar voren komen. De Voorzitter zegt toe zulks te doen. De heer de Vos vreest dat de huisvuilophaaldienst in de war* zou kunnen loop en,' nu de aannemer ervan gedwongen is om bij derden vervoergelegenheid te vragen. De Voorzitter antwoordtdat hiervoor maatregelen zijn pptrofien» De heer de Vos vindt de betreffende verordening onvolledig.Iïij mist daarin ^talingen omtrent de te volgen route en de tijd van ophalen van den huisvuilophaaldienstOok zag hij gaarne voorziening m de manier van aankondiging dat de wagen op komst is, omdat het ang te voren gereed zetten der bakken te lastig wordt in verhand met de jeugd. Hij stelt voor de verordening aan te Tallen,ook ten aan zien van de aai besteding. De Voorzitter zegt toe de verordening te zullen nagaan» De heer de Vos vraagt inlichtingen omtrent de verplaatsingen het c adaverhuis je De Voorzitter deelt mede, dat de steenen voor het nieuwe cadaver- huisie zijnaangekomenHu de vorst uit de grond is kan met der, bouw worden begonnen. Het cadaverhuisje zal in het gemeentebosch worden geplaatst» De heer Plompen informeert naar de richtingaanwijzer die op de Aanwas geplaatst moest worden» De Voorzitter deelt mede dat de opdracht tob plaatsing leeds is verstrekt geworden T)e lieer Plompen deelt mede, dat aan het sneeuwruimen op het Kalf ven niets is gebeurd. De Voorzitter deelt mede, dat de sneeuwploeg toch altijd in touw is geweest. De heer Plompen deelt mede,dat ook het sandstrooien oij gSJtdiieid laat geschiedcTë» De Voorzitter is van meening,dat de wegwerkers toch hun uiterste best hebben gedaan. De heer de Vos vraagt wan wie de wegwerkers' hun orders ontvangen, en of deze aangelegenheid valt onder de afd,Openbare VJencen van &et college van burgemeester en wethouders» De Voorzitter antwoordt dat de wegwerkers hun werk in deze omstan— digheden welkennen,en dat hiervoor een algemeene order is. Voor dergelijke aangelegenheden kan men zoowel bij de wethouders als bij den burgemeester amkloppen»

Raadsnotulen

Ossendrecht: 1920-1996 | 1947 | | pagina 9